Photo 3
Home 
Leo Bennink 
Discografie 
Photos 
Links 
Contact Me 
YouTube 1 
Motions 3 
Photo 4 
Photo 5 

 

 

 

 

                             

Klick here Photo  [1][2][3]

 

        THE STORY OF LEO BENNINK.

 

Leo Bennink

Mijn vader en moeder draaide thuis muziek van All Jolson, Roy Rogers , Doris Day en Frank Sinatra , mijn vader en moeder waren erg muzikaal ze zongen veel en mijn vader speelde ook accordion.Roy Rogers was eigenlijk de eerste Rocker op aarde.1956 .Het begon eigelijk allemaal met de komst van de bioscopen, Daar kon je de toonaangevende sterren zien: Roy Rogers ,Rin Tin Tin, Lassie,Johnny Ray, Laurel & Hardy, Rosemary Clooney, Les Paul & Mary Ford, enz.Jonge mensen identificeerden zich met de helden uit de films ROCK AROUND THE CLOCK, JAILHOUSE ROCK en THE GIRL CAN'T HELP IT ,van o a LITTLE RICHARD.die toen in de Haagse bioscopen draaiden(Thalia,Hollywood,Roxy,Rembrandt Theater ,Lorentzplein ). Na afloop van zo'n filmvoorstelling werden er in de Haagse Boekhorststraat lantaarnpalen afgebroken. Over het algemeen werd de rock 'n roll in de Nederlandse kranten doodgezwegen.

Toen ik een jochie van twaalf was kwam de rock’n’roll in mijn leven: Elvis presley , Little Richard,Jerry Lee Lewis en Freddy Cannon. . Ik werd ook meegenomen door de zus van mijn moeder en haar vriend naar een Koffiebar/patatzaak in het Westeinde: “We gaan rock’n’rollen.” Het was een tentje met een jukebox: patatje erbij  en meisjes met petticoats.. Ik besefte dat dit mijn muziek was.Na veel zeuren kreeg ik van mijn vader  een Dual-pick-up , De gitaar kwam later.We woonden in de Rubensstraat waar ik ook ben geboren samen met mij broer Dihl Bennink, later Gitarist van de( Tee-Set van de wereld hit" Ma Belle Amie"), later verhuisden we naar de Linaeusstraat.Het was altijd een gezellige sfeer bij ons thuis  m'n moeder zong vaak die vrolijke liedjes van Doris Day .In de keuken.Hoor jij nog wel eens moeders in de keuken zingen?Ik niet.Ze zingen niet meer".Op een dag ontmoette ik Otto Cramer, een Indische jongen. Hij werd een vriendje van me, net als zijn neefje Franky Westerkamp. Allebei maakten ze zelfgebouwde gitaren.Mijn vader had een aannemersbedrijf waarmee hij aardig verdiende.hij had eerst een amroh bandrecorder in 1955(zie foto) en daarna 1960 met het groene oog een Philips(zie foto) maakte zijn gezicht zwart en trad op in feest zalen bij familie feesten, De bandrecorder met het groene katteoog, een Philips, waar je ook een gitaar op kon inpluggen. Diende  als versterker en tegelijkertijd kon je er dingen mee opnenen.Toen nodigde ik de twee bij mij uit. Dus zij met z’n tweeën in de Linnaeusstraat. Ze gingen spelen en terwijl ze bezig waren heb ik ze goed geobserveerd, hoe ze de akkoordjes pakten, A, E, B7 en nog zo een paar. Toen ze weer naar huis gingen liet Otto zijn gitaar staan. De volgende dag heb ik er hem opgepakt en ben ik gaan proberen. Het ging supersnel en al gauw had ik het virus te pakken. In drie weken was ik de sologitarist van de Real Rhythm Teens, een indoband,(Opgericht in 1959) althans de drummer en de bassist waren ook Indische jongens.Ik ben Otto ook eeuwig dankbaar dat hij toen die gitaar heeft laten staan!!!!Mijn eerste gitaar was een Egmond daarna een blanke Hofner Dihl had precies dezelfde als ik samen gekocht op de Prinsegracht en toen een Framus(hollywood).Bij ons in de buurt had je nog een band,Ik wist toen nog niet de naam van die band,later hoorde ik dat het The  Room Rockers waren (staan in de boeken als de allereerste rock & roll band van Den Haag). . Die jongens woonden in de Boele van Hensbroekstraat. Vanuit het raam kon ik zien hoe ze hun drumstel in hun busje laadden. Robbie Laputerisa (later ook bij The Tielman Brothers) en Hans Bax speelden in die band.In 1959 kregen de bandleden Hans Bax en Robbie Latuperisa een aanbieding om met The Hurricane Rollers, die verder bestonden uit Robbie Boekholt .The Hurricane Rollers , The Real Rhythm Teens en The Twangies zouden drie belangrijke bands uit de begintijd van de indorock blijken te zijn.De eerste indorock-platen die ik kocht  waren Black Eyes van Johnny Electric And The Skyrockets met Johnny on his strings,van The Black Dynamites met Ready to Rock/Gone Gone Away/en Brush Those Tears/Lonely Cissy en Hurricane Beat/Once van de Hurricane Rollers.Ik speelde drie jaar in The Real Rhythm Teens ('59-'61) die ik beschouwde als ‘mijn band’. Otto Cramer speelde daar ook in mee en niet te vergeten Eddy Pattiselanno.Mijn eerste indo-rockconcerten zag ik in het Openluchttheater in het Zuiderpark. Daar speelden The Skyrockets en Oety And His Real Rockers. Otto Cramer en ik gingen daar naartoe, Otto met zijn Puch ik achterop met mijn Tijgerjack en suede schoenen (meestal Clarks). Oety gaf trouwens een enorme show, anders dan de beroemde show van The Tielman Brothers, maar vrijer, geïmproviseerder. Ze hadden ook wel die pasjes en ze gingen soms op de grond liggen terwijl ze gewoon doorspeelden, maar het leek niet geregisseerd. Ze droegen ook flashy pakken,en witte schoenen  , dat was algemeen bij indo-bands. Er waren ook indobands die spijkerbroeken en rock’n’roll jacks droegen in plaats van pakken. Maar altijd werden de indobands gekenmerkt door glamour en lef. Toen Leo deze rock & roll show van Oety zag was hij hier helemaal weg van en wilde ook dergelijke muziek in die stijl gaan spelen.

De muziek grensde aan de rock’n’roll, natuurlijk het was gitaarmuziek met drums, maar er waren duidelijke invloeden van krontjong en Hawaii-muziek. Dat zat hem bijvoorbeeld in het tremolo dat ze voortbrachten op de gitaren en de Hawaiien toonladder waar Robbie Boekholt erg goed in was.. Die gitaren die ze hadden werden soms uitgebreid van zes naar negen snaren.. Van de onderste drie waren er zes gemaakt, waardoor de lage tonen wat voller werden, maar ook wat vibrerender wanneer ze paarsgewijs werden aangeslagen..  Instrumentaal waren de indo-bands heel sterk. De zang was over het algemeen minder. Alleen de Black Dynamites en The Hot Jumpers hadden goede vocalisten. Misschien was dat de reden dat de indobands nooit echt zijn doorgebroken. Misschien had het er ook mee te maken dat de muziek iets aan de softe kant bleef.

De eerste vier jaar van de opkomst van de indorock (‘59-’62) waren spectaculair. Toen kwam de Beat muziek Beatles, Stones,Daar konden ze niet in mee dat lag hun gewoon niet,  Daarna ebde het weg. Eind ’50 kon je met je band overal in Den Haag spelen. Belangrijke plaatsen voor de indorock waren het AVA-gebouw in de Elandstraat, Amicitia in het Westeinde, de oude Haagse Dierentuin aan de Benoordenhoutseweg, de Monro Bar in het Huygenspark, de Yvonne Bar op de Stationsweg, La Gaîté op de Grote Markt,Piccadilly en Wasserij De Valk op de Loosduinseweg.De Yvonne en Monro Bars waren bruine cafeetjes met achterin een verhoginkje met een piano erop. La Gaîté (de huidige Zwarte Ruiter) had zijn toneel niet achterin de zaak (zoals nu wel het geval is), maar aan de lange zijde van de zaak tegenover de bar. Het toneel bevond zich tussen twee pilaren en boven die pilaren hing een luifeltje. Het was een soort kerststal eigenlijk. De Valk kleedden we altijd zelf aan, met visnetten en allerlei attributen. Dat maakte een geweldige sfeer. Er werd reclame voor de concerten gemaakt door middel van posters. Je had een Don Bosco-poster waar de diverse concerten stonden aangegeven. Don Bosco was een jongerensoos waar je kon repeteren en ook wel spelen voor publiek. Ik kom daar straks nog op terug.En er waren aankondigingen in de krant onder de rubriek ‘Uitgaan’..

In die hoogtijjaren wilden de bazen van die gelegenheden wilden de indobands graag hebben, de indo’s waren belangrijk en het publiek vergaapte zich aan hen. Onder het publiek bevonden zich veel muzikanten die later in beatbandjes gingen spelen, zoals Hans van Eyk (Tee-Set) en Hans Vermeulen(Sandycoast) .Zelf kwam ik in dat circuit terecht met mijn volgende bandjes, eerst The Twangies en later The Black Albinos.We speelden setjes van een half uur à drie kwartier en dat, met pauzes ertussen, van acht uur tot half een. We moesten dus een behoorlijk repertoire hebben, want we speelden zelden dezelfde nummers twee of meer keer. We speelden heel veel instrumentaal, vooral nummers van The Ventures, later ook van The Shadows.

Misschien wel ‘de’ grondlegger van de indorockcultuur was Sam Patty .Sam was kind aan huis bij de familie Bennink, waar de Indo band The Real Rhythm Teens met Leo als sologitarist in de huiskamer repeteerde. Hij maakte foto’s en geluidopnames van de indobands. Hij bezat twee ReVox bandrecorders, model E36, dat waren buizenrecorders in koffervorm. Als enige kreeg hij toegang tot The Tielman Brothers om opnames te maken. En dat was opvallend, want Patty was een Molukkers en indo’s en Molukkers dat ging meestal niet goed samen. Patty woonde een paar straten achter mij, in een gewoon huis, dus geïntegreerd. De Molukkers van de kampen bleven altijd outsiders. Zij hielden zelf afstand en werden door anderen op afstand gehouden.Robbie Laputerissa woonde ook in een gewoon huis en kon zich daardoor mengen in de indo-gemeenschap.Sam Patty was een uniek persoon en we moeten hem eeuwig dankbaar zijn dat hij zoveel historisch audio- en fotomateriaal van Indo-Rock bands in de periode 1960-1966 heeft vastgelegd. Een brok cultureel erfgoed waar we trots op moeten zijn. 

Indobands gingen wel naar elkaars optredens kijken, maar een hecht sociaal verband bestond er niet, tussen de groepen en de ‘clubjes’..De verdiensten in de clubs waren matig. Meer dan Vijf en twintig gulden per avond kreeg je er niet voor. Maar je speelde ook nog niet voor het geld. Later toen ik met The Twangies in Duitsland ging spelen verdiende ik wel goed. Dat gold voor alle indobands die daar speelden. Je trad daar ook niet op in kleine gelegenheden, maar in wat grotere bar-dancings. In Duitsland werd ook altijd gedanst in de zaal. In Nederland was het in de bars alleen maar kijken en luisteren. Alleen in de Dierentuin werd gedanst. Daar had je een speciale dansvloer voor het toneel.Der indowereld was een totaal eigen wereld. Het was er altijd knokken, op straat en in de zalen. Je had er ook jeugdbendes, De Gele Slang(hollandse jongens), met Blonde Gerard en Jan Zuidgeest, die opereerde vanuit de Gouverneurlaan.en The Sharks(indische jongens) Die jongens waren keihard. Soms was het puur Wild West:  . Maar ook op het toneel konden de vonken ervan afslaan. Zo had je Dolf de Vries, die speelde bij de  The Starlights. Als hij speelde kon hij op een bepaalde manier zijn gitaar neerzetten. Dan voelde je meteen een spanning en wist je dat het knokken zou worden. Niet noodzakelijk met ‘Hollandse jongens’, maar ook onderling. Vaak ging het dan om meisjes, maar soms was er nauwelijks een aanleiding en ging het zuiver om de ‘kick’..

Het eerste contract van The Twangies(met zanger Rudy Toorop,Jan Patty de( broer van Sam Patty) Louis Noll en Leo Bennink) begon op 15 december 1962 in de schitterende Ringstuben (Sputnik Bar) in Mannheim. Toevallig logeerden THE TIELMAN BROTHERS, waar ze goed bevriend mee waren, bij hun in het hotel. Andy kwam een avond naar hun optreden kijken en regelde voor hun dat ze nieuwe Fender apparatuur en gitaren bij radio Barth in Stuttgard konden kopen. In januari 1963 werkten ze met hun nieuwe gitaren een maandcontract af in Studio 15 in Essen.

In  Duitsland begon de rock& roll (indo-rock) pas echt. ik kwam gelijk in een wild west film terecht, met pistolen schieten, uit wagens springen, onder de brug slapen met twintig graden onder nul om uit de buurt te blijven van een stel pooiers dat me op de hielen zat. Maar ik moest terug, moest spelen en  daar stonden ze voor mij. Van de zenuwen kon ik maar één nootje spelen. Twee sterke indo’s hebben toen mijn leven gered.de ene keer sliepen we in een sjiek hotel de andere keer in een kraakpand zonder verwarming en 20 graden onder nul,het was wel veel professioneler als in Nederland, we kochten mooie zwarte pakken met goud en zilver er op geborduurd, mijn eerste Fendergitaar die ik kreeg van mijn vader was trouwens een Jaguar(begin 1963) .zie foto The Twangies. Bovendien werd je daar zo in de watten gelegd, . Ik werd bijvoorbeeld onderhouden door de vader en moeder van een meisje dat ik had leren kennen. het was de omgekeerde wereld hier in Holland moest je voor een meisje betalen als je op stap ging, in duitsland betaalden de meisjes voor je. Je werd met veel égards behandeld, je was er een held. Ik verdiende in die tijd ook heel aardig, maar meestal gaf ik dat geld ook meteen weer uit.

Dat de indoscene hier zo groot en belangrijk was kwam natuurlijk op de eerste plaats doordat er hier veel indo’s woonden. Verder waren er heel veel clubs waar je kon spelen op elke hoek van de straat was wel een bar of dancing(dat zie je tegenwoordig helaas niet meer ) en had je het al genoemde Don Bosco in Rijswijk, het jeugdcentrum dat hoorde bij een katholiek opvangsthuis voor ontheemde jongeren, met pater Nelissen als belangrijke figuur. Daar kon je gratis repeteren met je band, daar werden talentenjachten georganiseerd waarbij je een beker kon winnen en vandaaruit kon je contacten leggen met de diverse zalen en muziekkroegen in Den haag. Je had ook een Don Bosco in Scheveningen, op de hoek van de Scheveningseweg en de Kanaalweg. Daar heb ik nog een paar gitaarlessen gehad.Als je oefende of optrad moest je zelf je spullen meenemen op een bakfiets. Ik was er snel bij met heel behoorlijke speakerboxen. Heel even heb ik me beholpen met jukebox-versterkers, dat waren van die dingen waar lampen uitstaken. In het begin bouwde mijn vader de speakerboxen voor me. Die eerste versterkers  hadden te weinig watt en daarom ging ik over op Geloso-versterkers, die hadden al wat meer power. Ook Robbie van Leeuwen speelde daarmee. Het waren een soort radiokastjes met alles erop en eraan. Later bij Gerritsen(Boekhorststraat) kocht ik de eerste Vox-versterker en mijn eerste Fender-Stratocaster-gitaar.(Leo was de eerste gitarist in nederland die op een Vox-Versterker een Meazzi Echo en een Fender Stratocaster speelde)Die Meazzi Echo heb ik gekocht bij Bas vd Rest in het westeinde.

Ooit bouwde ik twee gitaren in één. Ik noemde dat instrument een Maserati. Hij had twee ingangen en ik had een slagplaat van ijzer gemaakt. Die was loodzwaar, daar had ik me wel op verkeken.Scheveningen werd ook steeds belangrijker voor de indobands. De eersten die daar speelden waren The Crazy Rockers. Ze traden op in de Sheherezade, met de stalen spijlen voor de ramen. Daar ging ik heen met Otto Cramer op de Puch. Maar ik mocht er niet in, de portier vond me te jong. Een paar maanden later lukte het me wel binnen te komen. Als The Crazy Rockers een nummer als Dr. Zhivago  speelden leek het alsof je een heel orkest hoorde.Ik was toen erg onder de indruk wat ik zag en hoorden, Ze waren net zo goed als The Tielman Brothers, maar anders.(2 jaar later) De Shererezade zat achter de Beatclub op de hoek van het Gevers Deynootplein en het mooie is dat toen ik later met The Black Albinos in de Beatclub speelde de jongens van de Crazy Rockers , ze hadden gehoord dat er boven een te gekke gitarist stond te spelen  ze gingen compleet uit hun dak toen ze mij zagen,ik kreeg een flashback ik moest terug denken aan dat moment toen ik hun dr.Zhivago hoorde spelen.. ‘Leo Bennink, een topgitaristje,’ zeiden ze over mij. Je had er ook grotere nachtclubs zoals Pam Pam, het Casino en Het Palais de Danse en clubs in de galerij van het plein als de Top Ten en De Fles. In De Fles heb ik vaak gespeeld. De eigenaar, Van der Meer, sliep boven de zaak en op een avond kwam hij naar beneden en zei hij: “Ik heb je nu al een paar avonden achtereen dezelfde set horen spelen en ik heb gemerkt: je speelt geen noot hetzelfde.” Ik improviseerde namelijk nogal.daardoor klonk het zeer aangenaam om naar te luisteren volgens Van der Meer, De indo’s deden dat nooit. Die speelden altijd hetzelfde. Een beetje jukebox-achtig.De latere beatjongens hebben toch veel van de indo’s geleerd.Robbie van Leeuwen is ook in een indo-band begonnen, The Beat Brothers, en later in The specials. Ook hij was erg beïnvloed door The Ventures.Begin ’60 kwamen er ook concerten in de Nieuwe Doelen aan het Buitenhof, waar nu de MacDonalds zit. Het was een grote zaal met de bar achterin. Ik heb daar nog met The Travellers gespeeld. De grote attractie van die band was Jacques Eckhardt, zanger en saxofonist. Later verkaste hij naar de band The Boots. Ook onder de naam Jackie Cornell boekte hij successen. Speelden de indobands maar een paar akkoordjes (niet meer dan vijf of zes), Eckhardt kwam met jazzakkoorden, hij speelde ze allemaal: majeur 7S, B-mol 7S en ga zo maar door. Hij woont nu in Canada, ik heb nog veel contact met hem.Via internet The Travellers was een band met een unieke samenstelling. Er stonden rijen voor de deur om die band te zien. De Black Albinos en The Specials Five met  André Serban waren er ook succesvol.Een hele goede band was ook The Rebels, ze kwamen voort uit The Rocking Sensation Boys. Zij waren een van de eersten die contracten konden bemachtigen in Casablanca. Ze hebben eens een half jaar in Marokko gespeeld. Er zaten blanken in die band, maar de muziek was op de indorock gebaseerd.

 

THE ROCKIN' SENSATION BOYS

Rocking Sensation Boys

HET BEGIN

 

De eerste bezetting van "The Rockin' Sensation Boys" uit Den Haag ontstond in 1957 met o.a.:
René Nodelijk: sologitaar
Reyn Rozenberg: drums
Jaap Berkhout: gitaar
Rudy Racz: basgitaar

en later
Rein de Vries: gitaar en zang.

De bezetting van de band was nogal vaak aan wisselingen onderhevig, waardoor na een tijdje de volgende samenstelling ontstond:
Hugo van der Jagt: sologitaar (voor René Nodelijk die zijn eigen band "René and the Alligators" was begonnen)
Herbert Hooykaas: drums
Robbie Kraneveld: slaggitaar (ex-"Rebel Rockers")

Henk Schram: basgitaar
Rein de Vries: gitaar en zang
Aad van Zadel: piano (ex-"Black Dynamites")


Er werd gespeeld op verschillende talentenjachten, waarbij vaak de eerste prijs werd weggesleept.
Naar aanleiding daarvan werd de band benaderd door Max van Praag om met een aantal andere coryfeeën uit die tijd, Blue Diamonds, Ria Valk, Rockin' Diamonds en Anneke Grönloh een tournee door Nederland te maken. Dat was fantastisch voor die tijd.

Vanzelfsprekend werd er ook nog regelmatig in Den Haag gespeeld, onder andere in het Zuiderpark (dat bestond toen al), La Gaité op de Grote Markt en natuurlijk Amicitia in het Westeinde.
Ondertussen waren er twee blazers de groep komen versterken namelijk;
Leo van Oostrom: tenorsaxenTon Schattelijn: klarinet.

In deze bezetting kwam er een aanbod van de platenmaatschappij Phonogram om een single op te nemen. Wel werd de keuze van de nummers bepaald door de platenmaatschappij.
Jammer,dus. Het werden "Eine kleine Nachtmusik" van Mozart en "Melodie in F" van Rubinstein.
De single werd geïntroduceerd in het TV programma "TOP OF FLOP"
van Herman Stok en daar volledig afgekraakt.

BUITENLAND

In september 1961 werd Leo Kappé (drums) door een vriend waarmee hij vroeger in het jazz-circuit had gespeeld, pianist Aad van Zadel, gevraagd om te komen drummen in de "Rockin' Sensation Boys". Dit kwam omdat hun drummer, Herbert Hooykaas, als beroeps naar Duitsland was vertrokken.
Gerepeteerd werd in de bakkerij van de vader van Robbie Kraneveld welke was gevestigd op de hoek van de Laan van Meerdervoort en de Goudenregenstraat.

De bezetting was toen:
Hugo van der Jagt: sologitaar
Henk Schram: basgitaar
Aad van Zadel: piano
Leo Kappé: drums

en
Robbie Kraneveld: slaggitaar
Rein de Vries (hij kreeg later nog een hit met het nummer "Patsy") en ook de blazers hadden de band reeds verlaten.

In oktober 1961 kreeg de band een aanbod om in Duitsland te komen spelen; helaas kon Robbie Kraneveld niet mee en werd daarom vervangen door Jaques Eckhart (zang en slaggitaar).
In deze bezetting gingen ze in november 1961 naar Duisburg, waar ze speelden in het "Treffpunkt". De eerste kennismaking met Duitsland was voor de band niet bepaald om over naar huis te schrijven: een vervelende baas, lastig publiek en tot overmaat van ramp verloor de zanger zijn stem.
Was de eerste ervaring slecht de groep ging vol goede moed verder en speelden vervolgens nog in Wiesbaden, Hamburg, Kiel, Dusseldorf, Trier, Krefeld, Wuppertal en Hamm.
In maart 1962 werd de bezetting uitgebreid met saxofonist Danny Meijer, afkomstig uit the Marlins. In deze bezetting ontstond er een herkenbare "eigen" stijl, waarin veel invloeden van Amerikaanse bands als The Champs, The Ventures en The String Alongs vertegenwoordigd waren.
In juni 1962, toen "The Rockin' Sensation Boys" in Hamm (Duitsland) speelden, kreeg de band een contract om in Marokko op te treden. Voor vertrek naar Marokko werd er nog van drummers gewisseld.

"FENDER ROLLERS"
Leo Kappé ging naar de "Fender Rollers" en Herbert Hooykaas kwam weer bij de "Rockin' Sensation Boys" terug achter de drums.
De bezetting van de "Fender Rollers" was toen:
Ad Roos: basgitaar en zang
Victor Berg: sologitaar
Rudy van Dunge-Bille: slaggitaar
en
Leo Kappé: drums (ex - "Rockin' Sensation Boys")

The Rockin' Sensation Boys

De "Rockin' Sensation Boys" speelden met veel succes meer dan een half jaar in een nachtclub in Casablanca en keerden toen terug naar Holland. Op dat moment verliet saxofonist Danny Meier de band en ging vervolgens weer terug naar Duitsland.
In maart 1963 speelden toevallig de "Fender Rollers", waarin ondertussen George Gabriel - solo gitaar en Danny Meijer - saxofoon speelden en de "Rockin' Sensation Boys" gelijktijdig in Hanau (Duitsland).

"THE REBELS"
Door diverse omstandigheden ontstond er toen een geheel nieuwe band "The Rebels". Ja, zo ging het echt in die
tijd!
In "The Rebels" gingen spelen:
Hugo van der Jagt: solo gitaar (ex - "Rockin' Sensation Boys")
Jaques Eckhart: slaggitaar en zang (ex - "Rockin' Sensation Boys")
Leo Kappé: drums (ex - "Rockin' Sensation Boys" en "Fender Rollers")

Danny Meijer: saxofoon (ex - "Rockin' Sensation Boys" en "Fender Rollers")
Leo Bennink: basgitaar
Later zouden Ad Roos (ex - "Fender Rollers") en Jimmy Pelt de plaatsen innemen van de vertrekkende bandleden Leo Bennink en Jaques Eckhart.

Met het ontstaan van "The Rebels" hield definitief het bestaan van de "Rockin' Sensation Boys" op.
"The Rebels" gingen echter vol energie door en brachten nog lang een succesvolle tijd in Duitsland door.
Twee van de bandleden van "The Rebels"; Leo Kappé (drums) en Leo Bennink (basgitaar) troffen elkaar later weer, in 1965, in de "Black Albinos" en maken tegenwoordig met de huidige bezetting nog regelmatig CD's
.

HEDEN

De huidige omstandigheden van de ex-leden van de Rocking Sensation Boys zijn niet van allen, maar wel van een aantal bekend.
In alfabetische volgorde:


Jaques Eckhart (slaggitaar en zang) vertrok naar Canada vertrokken en is daar getrouwd. Hij woont in Toronto is daar naast zijn normale werk ook nog steeds actief in de muziek. Hij heeft daar reeds een aantal CD's gemaakt.
Herbert Hooikaas (drums) speelde na de "Fender Rollers" nog vele jaren bij de "Black Dynamites" en vervolgens onder de naam "Los Indonesios" nog vele jaren in Spanje. In Spanje is hij later getrouwd. Herbert woont al bijna 40 jaar in Spanje en speelde nog in verschillende Spaanse orkesten. Ook heeft hij in Sevilla , met zijn 6e Dan Karate graad, een grote sportschool. Onlangs is Herbert van Sevilla naar Madrid verhuisd.
Hugo van der Jagt (solo gitaar) heeft na zijn periode bij "The Rockin'Sensation Boys" nog vele jaren gespeeld in verschillende buitenlandse bands en een tijd in Zuid Afrika gewoond. Hugo is helaas op nog jonge leeftijd overleden.
Leo Kappé (drums) is met de VUT en drumt nog steeds, o.a. in "The Blue Comets".
Rob Kraneveld (slaggitaar) woont tegenwoordig in Tilburg en haalt nog incidenteel zijn gitaar uit de koffer.
Danny Meier (saxofoon) is muziek gaan studeren en werd muziekleraar op een middelbare school. Danny is ondertussen met de VUT maar ook nog steeds actief in de muziek. Hij woont in de omgeving van Rotterdam.
Rene Nodelijk (sologitaar) is na de periode met "The Rockin' Sensation Boys" gestart met zijn eigen groep "René and the Alligators" en is nog steeds zeer actief in het Rock 'n Roll circuit.

Reyn Rozenberg (drums) heeft een grafisch bureau in het zuiden van het land. Reyn treedt nog op met de oude bezetting van de "Rebel Rockers".
Henk Schram (basgitaar) woont en werkt in Rotterdam.
Aad van Zadel (piano), Rockin' Sensation Boys lid van het eerste uur, heeft nog lange tijd in het buitenland gewerkt als solist. Aad is enkele jaren geleden aan een slepende ziekte overleden.

Discografie:
Single "Eine kleine Nachtmusik" / "Melodie in F" (Phonogram)


FOTOIMPRESSIE


Rocking Sensation Boys

Rockin' Sensation Boys

                          THE EARLY DAYS 1959.THE REAL RHYTHM TEENS

 

egmond van leo bennink.jpg hofner  10 leo bennink.jpg hollywood1 leo bennink.jpg hofner plank leo bennink.jpg
        My 1e Guitar                        2e guitar                            3e Guitar                             4e Guitar
geloso 1.jpg geloso 2.jpg fender VI Bass leo bennink .jpg fender-62-jaguar leo bennink.jpg fender jaguar leo bennink.jpg
    My first power amp.      Geloso made in italy.          My Fender Six Bass               Fender Jaguar              My  Fender Jaguar  

 

vox 1960 leo bennink.jpg stratocaster  1960 leo bennink.jpg danelectro leo bennink.jpg gibson leo bennink.jpg 69 gib lespaul gold top leo bennink.jpg

 

                LEO BENNINK 1960

 

The Real Rhythm Teens 1959 Het Witte Paard te Nootdorp:Franky,Danny,Billy,Leo,Eddy en Otto

 

                                                                 THE BLACK ARROWS 1959

 

                               THE BLACK ARROWS 1959

 

              THE REAL RHYTHM TEENS                              THE BLACK ARROWS

 

     

TREFFLERS77.jpg TREFFLERS22.jpg skymeteors.jpg rocking seation boysa.jpg REAL RHYTHM TEENS 055.jpg
trouwen bennett.jpg rene.psd.jpg shotguns.psd.jpg 1981 Leo bennink in actiea.jpg REAL RHYTHM TEENS 069.jpg
tijger.jpg specials2a.jpg 0051.jpg specials20a.jpg donbosco1a.jpg
         
familie14a.jpg familie15a.jpg familiebennink45a.jpg familiebennink46a.jpg familiebennink22a.jpg
familie3a.jpg familiebennink3a.jpg familiebennink29a.jpg familie9.jpg familie5.jpg
trevellers3.jpg trevellers4.jpg trevellers5.jpg specials 91a.jpg specials90a.jpg
Pauls Fotos3a.jpg Pauls Fotos10a.jpg Pauls Fotos12a.jpg Pauls Fotos13a.jpg Pauls Fotos7.jpg

      

            THE STORY OF LEO BENNINK

                                                                            25 MAART 2004  UIT HET BLAD  HITSTORY  

                                   HET GROENE OOG

                      Door : Harald de Boer & Frank Timmermans.

  Philips met het Groene Oog               Amroh Bandrecorder 1955

Op een zondagmiddag reden Harald en ik naar Rijswijk, waar we in het gezellige appartement van Leo gastvrij werden ontvangen. Het werd een gezellige middag. In eerste instantie sprong Leo van de hak op de tak. Niet vreemd, want "Ik heb wel in 40 bandjes gezeten", vertelde hij al snel. Later, toen de plakboeken erbij werden gehaald, kwam er wat meer lijn in het verhaal. Die plakboeken zijn daarenboven de bron voor heel wat fotomateriaal in deze aflevering. Zo vonden we in zijn fotoalbum een trouwfoto van....Nee, dat verklappen we nog niet, dat merkt U binnenkort vanzelf. Tenslotte hebben we ook veel steun gehad aan het 'booklet' bij de RARITY CD van de Black Albinos, dat werd geschreven door Piet Muys, toevallig een plaatsgenoot van mij, maar daarover straks nog meer.Toch zal er hier en daar wel een fout zijn opgetreden in bezettingen, chronologie, enz. Het menselijk geheugen heeft immers ook zijn beperkingen en is ook selectief. U weet toch ook niet precies meer met wie U in negentien­zoveel samenwerkt  en wat U precies deed? Gelukkig geeft dan soms een foto zekerheid.De vraag hoe de op 21 maart 1945 geboren Leo in de muziek gerold was, leverde meteen al een aardig verhaal op: ."Een van mijn achterbuurjongens was Otto Cramer, een Indische jongen en net als ik een echte rocker. Hij had een Puch, ik een tijgerjack, dus dat trok elkaar aan. Otto had van een houten plankje zelf een gitaar gemaakt en ik vond het vreselijk interessant wat hij en Franky, zijn neef, allemaal in de muziek deden. Nou had mijn vader een aannemersbedrijf en daardoor hadden wij behoorlijk wat geld. In vergelijking met buurtgenoten dan toch. Zo hadden wij als eerste een televisie, een auto en wij hadden ook een bandrecorder. Je weet wel zo'n ding met een groen oog, een Philips . We ontdekten dat je daar een gitaar in kon pluggen. De bandrecorder fungeerde dan als versterker en je kon meteen dingen opnemen. Daarom kwam otto met zijn gitaartje naar ons huis, plugde die in de Philips en speelde een flinke tijd. Ik vond het wel leuk en zat met studie te kijken. Na afloop vroeg Otto of hij binnenkort nog eens mocht komen spelen. "Prima", zei ik. "Dan laat ik mijn gitaar zolang hier staan tot de volgende keer', zei Otto. Zo geschiedde. Maar 's avonds heb ik toen die gitaar ter hand genomen en ik had al snel wat grepen te pakken. Voordat Otto terugkwam kon ik al een melodietje spelen. Daarna ben ik eigenlijk nooit meer van die gitaar afgeraakt. Als otto toen die gitaar niet had laten staan was mijn hele leven misschien wel totaal anders verlopen.

                De eerste band van Leo Bennink.''The Real Rhythm Teens ''.Van links naar rechts.
          Otto Cramer(gitaar).Leo Bennink. Eddy pattiselano,Franky Westerkamp, en Danny Hartman.
otto cramer1 bew.jpg otto cramer2 bew.jpg denaald.jpg realteens91e.jpg realteens3a.jpg
01RayOttoAnnieEddieKarel a.jpg 02JanPostmaKarela.jpg Billie en leo.jpg Eddie a.jpg Leo en Dannie ab.jpg
Otto1a.jpg Otto3a.jpg Otto a.jpg The Black Arrows 1a.jpg The Black Arrows 2a.jpg
The Black Arrowsa.jpg The Music Friendsa.jpg The Real Rhythm Teensa.jpg The Strangersa.jpg The School Boysa.jpg
       Rock & roll concours Don Bosco 2e foto van rechts  geheel links  toekijkend Harry Ballemaker foto geheel rechts Pater Nelissen rechts onder

Al snel bleek ik ook wel over een portie talent te beschikken en zo was ik twee maanden later al bevorderd tot sologitarist van de band. .Op de vorige pagina staat onder de foto de bezetting, alleen werd Hennie Buma al snel vervangen door de al vernoemde Franky Westerkamp. Daarmee was Leo de enige 'Nederlander' tussen de 'Indo's'. Indorock dus met vooral instrumentale muziek soms afgewisseld met wat zangnummers, waarvoor Billy de Koning dan het toneel betrad. Dan was het vooral Cliff Richard-materiaal dat de klok sloeg. The Real Rhythm Teens traden vooral op in jongerensoos 'Don Bosco". Ooit vertelde Hans van Eyk, die van The Jumping Jewels, dat hij daar een Indobandje had horen spelen (horen, want hij mocht er niet in) en dat hij toen dacht: "Dat wil ik ook". Hij moet toen Leo Bennink gehoord hebben. De groep is op 30 mei 1981 nog een keertje bij elkaar gekomen ter gelegenheid van de Rock & Roll Revival in de Haagsche Houtrusthallen. Alleen de drummer liet verstek gaan en werd vervangen door Leo Kappé.

Revival optreden 1981 -Leo and Frank Showa.jpg realteens39a.jpg realteens17a.jpg real57a.jpg real59a.jpg
R&R Revival optreden 1981 -Billya.jpg R&R Revival optreden 1981 - Leo Kappe in actiea.jpg 8108 TRRT Leoa.jpg 8108 TRRT Dennis interview.jpg 8108 TRRT Frankie.jpg
                    ROCK & ROLL REVIVAL 1981  HAAGSCHE- HOUTRUSTHALLEN.

Dit verhaal zal duidelijk maken waarom juist hij werd gevraagd.Leo zou daarna ook nog even lid zijn geweest van de Rocking Sensation Boys, één van de allereerste Rock & Roll groepen van Nederland. De bezetting waar hij in rolde stond onder leiding van gitarist Hugo van der Jagt, die jonge Leo nog enkele gitaarkneepjes en  greepjes bijbracht en hem kennis liet maken met het nummer "Silly, silly", waarover straks meer.

(More Photos: The Real Rhythm Teens) http://home.casema.nl/leob/

(More Info: The Real Rhythm Teens) http:/indorock.pmouse.nl/real_rhythm_teens.htm

Harry3bewa.jpg Harry4bewa.jpg HARRY21a.jpg Pict0201Bc.jpg Pict0203Bc.jpg
            En samen op de foto met mijn jeugdvrienden  Harry Ballemaker en Jan Patty.

 

            THE TWANGIES

Hij was amper 17 jaar toen The Twangies hem vroegen mee te gaan naar Duitsland. De groep was in 1960 in Den Haag opgericht en bestond in eerste instantie uit ,Leo Bennink.(solo gitaar) Louis Noll (bas), Jan Patty (drums) en zanger/gitarist Ruud Toorop, die zich ook wel Ritchie (Toorop) noemde. Net zoals veel Indorockgroepen uit Den Haag kregen The Twangies een aanbod om in Duitsland te spelen, maar door het opstappen van Dinsbach en Galistan was de spoeling wel wat dun geworden. Daarom kreeg Leo Bennink een contract voor een maand aangeboden. Hem werd het paradijs beloofd, maar het bleek keihard werken: spelen van 's avonds laat tot 's morgens vroeg. Leo dacht daar rijk te worden en bij zijn vertrek beloofde hij zijn ouders zelfs regelmatig wat geld uit Duitsland over te zullen maken. "Uiteindelijk kwam het erop neer, dat mijn vader mij telkens geld moest toesturen. Je verdiende wel veel, maar je maakte ook alles op.", vertelde Leo.Om voor zo'n Duits contract in aanmerking te komen was niet alleen een gedegen muzikaal repertoire vereist, er werd ook een spetterende show verwacht. Een foto in een spectaculaire pose wilde daarbij ook wel helpen. Ons oog viel op het fotootje op de volgende pagina, waarbij de drummer op de grond liggend wordt overmeesterd door de gitaristen. 'Wie kwam op dat idee?", was onze vraag. "0, dat is gewoon gejat", zei Leo en liep daarna naar zijn platenkast. Daaruit toverde hij een LP van The Ventures, voor zovele Haagse groepen hét voorbeeld. "Kijk, hier op deze LP staan de Ventures in diezelfde pose. Alleen  bij hen staat er nog een bloedmooie vrouw bij en daar durfden wij toen nog niet eens aan te denken!", lachte Leo. Die foto's werden overigens wel bij een professionele fotograaf gemaakt.

     

Op de bewuste foto (hieronder) ligt drummer Jan Patty op de rug; de gitaristen zijn van links naar rechts Rudy Toorop, Leo Bennink en Louis Noll. .Met drie Indo's in de gelederen kan men hier ook van een Indoband spreken. "Het vreemde is toch wel", mijmerde Leo hardop, "dat die Indobands zo belangrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van de Haagse muziekscene, maar dat ze toen de popmuziek eenmaal door brak bijna niks hebben bereikt. Ze konden de vemieuwingen in de jaren zestig blijkbaar niet bijbenen."The Twangies kwamen trouwens niet aan platen maken toe. Pas 35 jaar later verscheen bij RARITY RECORDS een CD van een liveoptreden van deze groep uit 1962: (zeker opgenomen met zo'n bandrecorder met een groen oog). Dat optreden was van een andere bezetting, waarin Leo (dus) niet meespeelde.

 

(More Photos and Info: The Twangies) http://home.casema.nl/leob/

And More Info :The Twangies:http://indorock.pmouse.nl/twangies.htm

     THE REBELS / THE ROCKING SENSATION BOYS
Hugo vd Jagt 1 achter.JPG Hugo vd Jagt 1 voor.JPG Hugo vd Jagt 2 voor.JPG Hugo vd Jagt 3 achter.JPG Hugo vd Jagt 3 voor.JPG

Op één van zijn spaarzame vrije avonden daar in Duitsland ( ''Hanau '' Atlanticbar 1963 )ging Leo stappen. "Ik kwam in een gelegenheid. waarin een fantastische groep speelde met een grandioze saxofonist. Wat een sound! En vooral die drummer...zo'n echte Amerikaan, dacht ik", vertelde Leo. En hij vervolgde: "Toen ik me door de menigte naar voren had gedrongen, bleken het 'gewoon' Nederlanders te zijn. De eerste die ik herkende was  Hugo van der Jagt. De saxofonist (en zanger) was Danny Meyer, ook speelde er een zeker Jacques Eckhart mee en die drummer? Dat was Leo Kappé. In de pauze raakten we aan de praat waarbij ze terloops opmerkten dat ze nog een gitarist zochten. Ik vertelde, dat mijn contract met de Twangies over enkele dagen afliep. Of ik zin had dan bij hen te komen spelen? Nou, dat was niet aan dovemansoren gezegd en met hen heb ik toen nog zo'n drie maanden door Duitsland gezworven. We noemden ons toen

Danny & The Rebels.

Voor het eerst, maar beslist niet voor het laatst, speelde Leo samen met drummer Leo Kappé. De twee Leo's zouden de daarop volgende jaren in allerlei groepen samen spelen. Steeds als er in een groep waar Leo (Bennink) in speelde een drummer werd gezocht, schoof hij Leo (Kappé) naar voren. En nu, anno 2004, werken de twee. nog regelmatig samen. Toch is Kappé een beetje een vreemde eend in deze bijt: hij kwam niet uit Den Haag, maar werd geboren in Amsterdam. Daar speelde hij vanaf 1955 in allerlei jazz en swingbands. Zijn favoriete drummer was Joe Morello van het Dave Brubeck Quartet. In 1959 ontdekte Kappé de Rock & Roll en werd drummer bij The Blue Comets. Daarna kwam hij in Den Haag in de zevenmansformatie The Silhouettes terecht en maakte met die groep twee singles. Zanger van die groep was trouwens Peter de Wit, die beter bekend werd onder zijn artiestennaam Pee White (& The Strangers). Toen Danny & The Rebels naar Nederland terugkeerden, besloten Jacques Eckhardt en de twee Leo's te blijven samenwerken en ze richtten de groep The TravelIers op ,(één van de weinige groepen die niet in het vorige keer besproken boek over Den Haag voorkomt overigens).

                                                    JACQUES ECKHARDT ( Great Musician)

Jacques Eckhardt schakelde van gitaar over op saxofoon. "Dat was zo'n fantastisch muzikant', vertelde Leo. "Hij speelde drums, toetsen, was een zeer goede zanger en ook prima gitarist. Hij heeft me destijds "Desafinado" Ieren spelen. Daar zaten akkoorden in, die ik maar niet te pakken kreeg. Die heeft hij me toen voorgedaan."En de naam Jacques Eckhardt komt U wellicht ook bekend voor. Hij sloot zich later op één van zijn reizen door Duitsland aan bij de groep ,

                            The Boots van "In the beginning".and Everyday's Torture Jackie Cornell

the boots3a.jpg jackie cornell 22.jpg

."In die Travellers speelde nog een bekende voor ons: Hans de Wekker, die we al uitgebreid tegenkwamen in het verhaal over (Willy &) The Giants. Het zal in dit verhaal wel meer gebeuren dat je bekende namen leest, want dat scharrelde daar in Den Haag allemaal door elkaar van de ene groep naar de andere. Tenslotte zat in The TravelIers ook nog Paul van Voort. Laatstgenoemde was saxofonist  bij Peter & The Rockets.   The TravelIers heeft maar zo'n maand of 2, misschien 3, bestaan.The TravelIers en ook op onze voorpagina staat een fotootje van deze groep.

         THE TRAVELLERS

         Van links naar rechts: Jacques Eckhardt,Leo Bennink,Hans de Wekker,Paul van der Voort Maarschalk,Henk Schram

Begint het U ook enigszins te duizelen van al die namen van muzikanten en groepen? En we zijn er nog niet. Weer vond Leo onderdak in een nieuwe groep....THE SPECIAL FIVE

Toen Leo tot deze groep toetrad, had die al een lange geschiedenis achter de rug. Het verhaal over het ontstaan toont nogmaals aan hoe toeval een grote rol speelde en dat er in Nederland behoorlijk werd geknutseld. Wim Aphenaar had in een muziekwinkel in de Haagse Boekhorststraat een soort bouwdoos voor een gitaar gekocht. Wim prutste ook zelf radio's en versterkers in elkaar en daar werd de zelf gemaakte gitaar op aangesloten. Hij oefende zijn gitaarakkoorden bij voorkeur met openstaande balkondeuren, zodat de buurt kon meegenieten. Roel van Asperen, die een paar straten verderop woonde en (toevallig) ook zelf een gitaar in elkaar had geknutseld, kwam langslopen en hoorde het gitaargeweld. Contact was toen snel gelegd. Roel kon al op wat ervaring bogen, want hij had korte tijd in een Indorockbandje gespeeld. Hij werd dan ook soligitarist. Daarna werd ook nog zelf een basgitaar gebouwd en ze vonden Simon Lardenoy bereid die te bespelen. Paul Koenen werd drummer. Nou moest er nog een zanger komen. Daartoe werd een soort auditie gehouden en Wim Koekoek (die ook nog een beetje gitaar kon spelen) werd uitverkoren. Het was eind 1961 en The Specials waren geboren. Met de basgitaristen wilde het maar niet vlotten. flor Nauta kwam Simon vervangen, even later gèvolgd door Harry Tetro, die weer plaats moest maken voor Peter Bal, tot dan eindelijk in augustus 1963 Henk Schram voor wat langere tijd kwam bassen. Ook drummer Paul Koenen moest al snel het veld ruimen voor Nico den Buytelaar. Wim Koekoek probeerde te regelen dat ze in 'De Fles' in Den Haag mochten spelen. De beheerder wilde hen echter eerst wel eens horen en zo werd de gammele apparatuur in een even gammele auto geladen en werd in 'De Fles' auditie gedaan. Ze mochten komen optreden.Er werd ook ingeschreven voor een talentenjacht in 'Amicitia'. Vooraf. moest nog elders een optreden worden afgewerkt en daarna in vliegende vaart naar Amicitia. In alle haast werd een speakerkast en een verbindingssnoertje voor de echobox vergeten. Dat laatste probleem werd met een stukje kabel en wat lucifers (!!) opgelost en   The Specials wonnen!! Dat leverde hen (in Den Haag) nog behoorlijk wat publiciteit op en toen Roel van Asperen kort daarop Juni 1963) als sologitarist opstapte, kwam je raadt het nooit) Robbie van Leeuwen oa, onze eigenlijke hoofdpersoon) hem vervangen

             THE SPECIALS

 

Er bestaat een (zeer wazig) fotootje waarop Robbie samen met Wim Koekoek, Wim Alphenaar, Hany Tetro en Nice ten Buytelaar vriendelijk naar de camera lacht. Robbie bleef trouwens maar een maandje en vertrok naar The Ricochets. Zijn vervanger was (daar is die dan eindelijk) Leo Bennink. Intussen moest ook oprichter Wim Alphenaar afhaken en zijn plaats werd ingenomen door Paul van de Voort Maarschalk (wat een naam hè?).Niet lang daarna kwam pianist Kees de Bruin bij hen aankloppen. Hij had een idee voor een single, die hij mocht opnemen voor het MMP label (waar dus ook de Ricochets hun platen bij maakten!) en zocht een begeleidingsband. Zo beleefde Leo zijn platendebuut. "Voor het eerst in de studio, een speciale ervaring. Maar ik moest me wel helemaal in dienst van die pianist steIlen", vertelde Leo. Pianist Kees de Bruin eist in "Kootanda" (een mooie titel, nietwaar) de hoofdrol op. Pas aan het eind mag Leo even de melodie op sologitaar meespelen. Het nummer doet denken aan de Amerikaanse pianist Floyd Cramer. Op de flipside, "Martined", trad de groep wat meer op de voorgrond. Het begint ijzersterK met een gitaar doordrenkt met echo, maar wordt daarna wat houterig. Een haastklus zo te horen. De single werd overigens wel onder de groepsnaam Specials uitgebracht en op het hoesje staat aan de ene kant (hier linksonder) pianist Kees de Bruin met zijn begeleiders afgebeeld, terwijl op de andere kant zijn plaats is ingenomen door zanger Wim Koekoek.

Meazzi echo.jpg

 MEAZZI ECHO

Als kort daarop de drummer, slag- en basgitarist opstappen, wordt meteen een andere groepsnaam gekozen: The Special Five. Het vinden van een nieuwe drummer is geen probleem. Leo Bennink weet wel iemand en hij komt (natuurlijk) met Leo Kappé op de proppen. Ed Bekking van The Sparks wordt de nieuwe slaggitarist en bassist André Serban wordt bij Eddy & The Crazy Jets Show weggeplukt. Deze bezetting mag ook een single maken. Leo oppert "Silly Silly". De goede lezer zal zich deze titel herinneren van het begin van dit warrige verhaal. Leo leerde het van Hugo van der Jagt van The Rocking Sensation Boys. Het was oorspronkelijk een Amerikaanse single (DUAL 502) van een groep die zich Crazy Peter & 'fhe Twisters noemde. Die single werd ook in Duitsland uitgebracht en heette eigenlijk "Silly Chili". Dit werd de A-kant en is een schitterend nummer. Leo is hierop in topvorm. Hij speelt op zijn gitaar met veel echo ( Meazzi )de voor I ndorock zo karakteristieke staccato's. Op de flipside kwam "New Orleans", bekend van Gary US Bonds. De versie van de Special Five begint met geluiden die suggereren dat men voor een live publiek speelt (nep dus) en "New Orleans" is hier een instrumentaal nummer, dat slechts wordt onderbroken door (het bekende) "Hey Hey Hey" koortje. Al bij al een verdienstelijke single.  Enkele maanden later, juni 1964, was het gedaan met de Special Five. Liefst drie van de vijf leden (Bekking, Serban en ook onze Leo) stapten over naar Rene & The Alligators. "Dat was maar een maand of drie, denk ik. Met hen heb ik geen platen gemaakt en natuurtijk was ik in die groep 'slechts' tweede gitarisf', vertelde Leo. Leo Kappé vond korte tijd later onderdak in The Black Albinos..samen met   jawel Leo Bennink.

                                           DISCOGRAFIE van: Specials             
                                          Jaar       Titel A/B-kant (label-nummer)         
                                          1964    Kootanda /Martined (MMP 103'1)      
                                          1964    Silly Silly /New Orleans (NEGRAM) NG 504  
 

   

      van links naar rechts: Leo Kappé, , WIm Koekoek, Leo Bennink ,André Serban en Ed Bekking

Tot slot dit leuke fotootje van The Special Five. "Ja, een mooie foto. maar die sportauto's die waren dus echt niet van onszelf", zei Leo.

___________________________________

(More Photos and Info: The SPECIALS) http://home.casema.nl/leob/

More Info: The SPECIALS  http://nederrock.pmouse.nl/specials.htm

 

 

 

        THE BLACK ALBINOS

 

 De groep was in het najaar van 1960 door sologitarist Joop van Heusden in elkaar geflanst met daarin Martin de Roo (drums), Paul van de Voort Maarschalk (slag­gitaar), Lody Bergsma (basgtr), Hans Schoots (slaggi­taar) en zanger Joop Jonkers, die als artiestennaam Dean Holley had gekozen. Omdat Joop (van Heusden) opvallend lichtblond (bijna wit) haar had en zijn vier medespelers met een zwarte kuif door het leven gingen, kwam men tot de opvallende naam Black Albino's. Al snel werd r Schoots vervangen door Simon Lardenoy, die we hier­voor al in The Specials tegenkwamen. Na anderhalf jaar mochten ze in 1962 optreden voor de AVRO-radio in het soldatenprogramma "Tot I.NJ orders" van Roel Balten. Hun optreden in legerplaats Wittenberg, waarbij ze ook zangeres lIonka Biluska begeleidden, bezorgde hen ook hun tv-debuut in het jongerenprogramma "Rooster".

 

         
black albino krant1a.jpg black albino krant3a.jpg albinoo6a.jpg blackalbinos74a.jpg blackalbinos58a.jpg

 

Daarin zongen Dean Holley & The Black Albinos (zoals ze toen werden aangekondigd) het nummer "Dat ben ik", dat een Nederlandse vertaling was van "lt'lI be me" (van ­daar is hij Weer even- Jerry Lee Lewis, maar in onze contreien natuurlijk vooral bekend van Cliff Richard). Kort daarop kregen ze een platencontract bij DELTA Hun eerste single was "Shish Kebab", een quasi-oosterse melodie. De B-kant kreeg (achteraf) de meeste waardering. De vondsten in het arrangement van "St. Louis Blues" met de opvallende echo-installatie zorgden voor een. pittige uitvoering (zo schreef Piet Muys in het Black Albino's bocklet). Eind 1962 verscheen de opvolger, weer met 2 prima gitaarrockers. Zowel op de A- ("Sunny side of the street") als B­kant (het door de groep zelf geschreven "Ghost­party") werd alles uit de kast gehaald. Het is tegenwoordig haast niet voor te stellen, dat al die effecten door de: groep werden ingespeeld zonder technische foefjes met de opnameapparatuur. "On the sunny side of the street"werd in BELGIË! uitgebracht op het NEWTONE label.Daarna kwam het tot een breuk en stelde Joop van Heusden in november. 1963 een geheel nieuwe groep samen. Slaggitarist Jan de Jongh en basgitarist DickHoppe kwamen beiden uit The Defenders; drummer Reyn Rozenberg. en zanger Udo de Jong (ook wel Udo Young genoemd) kwamen uit The Rebel Rockers; saxofonist Jan Konijnenberg tenslotte had daarvoor in The Red Shadows gezeten. Over die laatste wist Leo nog te vertellen, dat het de broer is vän Pleun Konijnenburg die veel geld heeft verdiend aan de deals die hij voor de voetballers Ruud Gullit en Marco van Basten placht te regelen.Drummer Rozen berg stapte na 5 maandjes op  n werd vervangen door Lodi Wachtel.In september 1964 moest oprichter van Heusden zelf opgeven wegens studieredenen. Joop zou midden jaren zeventig zelfs emigreren en woonde ruim 25jaar in Australië en Nieuw-Zeeland. Sedert 2001 is hij weer in Nederland terug.Hij werd vervangen door Leo Bennink, die meteen ook maar drummer Leo Kappé meesleurde, waarmee er geen plaats meer was voor Lodi Wachtel. Van de eerste bezetting van The Black Albinos was er nu dus niemand(!!) meer over. Muzikaal zaten we ook midden in een omwenteling: de (zeker instrumentale) Rock & Rol I moest plaats maken voor de Beat. Zoals veel groepen in die tijd hinkten de Black Albinos op twee gedachten, die perfect door de twee volgende singles worden gedemonstreerd. Bijna meteen mocht de geheel vernieuwde groep de studio in, nu voor HAVOC, en daar 'werd de beatsingle "Shakin' all over/ "High heel sneakers" opgenomen onder leiding van producer Cees de Man (in ons verhaal al bekend van zijn opnames met The Motions). "Shakin' all  over" kan zeker niet tippen aan het origineel van Johnny Kidd & The Pirates. Vooral de zang is minder en ook de drumsolo (sorry Leo Kappé) klinkt wat hulpeloos. Dat kan echter ook aan de opname hebben gelegen. Het nummer "Hi heel sneakers", oorspronkelijk in 1964 opgenomen door Tommy Tucker (maar dat jaarook al gecoverd door    Jerry Lee Lewis) werd door onze Black Albinos als echt beatnummer gebracht. Vooral de tweestemmige zang refereert aan de Merseybeat­groepen en klinkt niet onaardig. De plaat werd zelfs in andere landen uitgebracht, gefluisterd wordt zelfs in Amerika, maar dan onder de naam Kingbeats. De single is zeker en vast in Duitsland op ARIOLA verschenen, maar we hebben hem nergens in Amerikaanse release­lijsten kunnen traceren. Ik denk dat hier verwarring is ontstaan met een verhaal (over een toernee naar Duitsland. Ook de Black Albinos probeerden daar hun financiêle slag te slaan. Ze traden bij onze oosterburen vooral veel op voor de daar gelegerde Amerikaanse soldaten en tja men dacht dat de naam Black Albinos in verband met de rassenscheiding in Amerika en alle problematiek daar omheen te gewaagd zou kunnen zijn. Daarom werd toen de naam Kingbeatsgebezigd.Voor alle duidelijkheid: alle foto's van de Black Albinos in dit verhaal zijn van de bezetting waar Leo Bennink deel van uitmaakte. Vooral de foto's op deze pagina tonen de omwenteling aan: langzamerhand verdwijnen de groepskostuums en stiekem wordt het haar al wat langer en verdwijnen de (vet)kuiven. TIjdens optredens worden al volop nummers van Beatles en Rolling Stones gespeeld.Maar ija, als een eigen single in het beatgenre niet aanslaat, dan grijp je maar gauw terug naar je oude, vertrouwde stijl. En dat deden de Black Albinos dan ook op hun laatste single, instrumentaal dus maar weer: "Spanish gypsy dance", leende fragmenten uit allerlei traditionele Spaanse wijsjes, klinkt mooi en aanstekelijk en je moet telkens de neiging bedwingen om Olé!! te roepen. De flipside, "Hernando's hideaway", is in één woord schitterend. Het arrangement werd overigens gepikt (of moeten we zeggen: geleend) van de Ventures. Natuurtijk druipt de gitaar van de echo, maar ook de basloopjes zijn perfect. Die werden dan ook door Leo Bennink gespeeld. Het is echt    een schitterend plaatje, maar   het paste totaal niet meer in die tijd. Geen wonder dan ook dat kort daarop de groep uiteen viel. Jan de Jongh en Dick Hoppe probeerden het zaakje nog te redden met sologitarist Wil Matla en drummer Bart Terlaak, maar het mocht niet meer baten. Na nog wat maanden ploeteren in bovenstaande bezetting werd er ergens in 1966 definitief een punt achter The Black Albinos gezet. Op Bart T ertaak na vonden alle groeps­leden uit die laatste bezetting onderdak bij The Moody Sect, de groep die samen met zangeres Marva Hodge nog een hit zou scoren met "Let the sunshine in" uit de rockmusical "Hair". Toch is het verhaal Over de Black Albinos hiermee nog niet compleet, want de afgelopen jaren zijn er meerdere (nieuwe) CD's van deze groep verschenen. De oplossing van dat mysterie bewaren we voor een later tijdstip.Leo Bennink vertoefde daarna korte tijd in The Haigs, een soort doorgangshuis voor Haagse popmuzikanten. De groep kent talloze bezettingen. Leo speelde met Bart Terlaak, Robbie van der Zwan, Paul Melzen en Dihl Bennink, (over wie we aanstonds iets meer vertellen.Degenen die meer (andere) foto's van de Black Albinos willen aanschouwen, de bezettingen van deze groep in duidelijker perspectief willen teruglezen en een ieder die meer wil weten Over Indorock in het algemeen (zeg maar, al onze lezers dus), raden we aan op internet eens te surfen naar http://nederrock.pmouse.nl/blackalbinos.htm Je gelooft je ogen niet. En de oplettende lezer zal er weinig moeite mee hebben om te achterhalen wie er achter de maker (pmouse) van die schitterende website zit.

(More Photos and Info: THE BLACK ALBINOS) http://home.casema.nl/leob/

bl albino34a.jpg bl albino39a.jpg bl albino42a.jpg bl albino40a.jpg bl albino41a.jpg
albino1a..jpg beatclubleo2.jpg beatclubleo7.jpg blackalbinos2w.jpg beatclubleo9.jpg
                                                 De 'Maserati':                       live Beatclub                        monro bar                       Beatclub    
                                                 twee gitaren in één !!         scheveningen  1964               DenHaag  1964            scheveningen      
                                                Met 6 Elementen  1964                                                                                            1964

De 'Maserati':gitaar !!

Bijna vanaf het prille begin had Leo op een Fendergitaar gespeeld. Eerst was ' dat een Fender Jaguar, maar toen bij Gerritsen in de Boekhorststraat, waar WIm Alphenaar van de Specials een bouwpakket voor een gitaar kocht, de eerste zending Fender Stratocasters arriveerde was Leo de eerste in Nederland die er zich één aanschafte. Hij kocht er ook gelijk een' VOX versterker bij, zo'n dubbele box. Dat moet ergens in de tijd van de TravelIers geweest zijn. Steeds was Leo op zoek naar een beter geluid. Op een gegeven moment heeft hij zelf twee gitaren ineen gebouwd. Het was een gitaar, waar twee snoertjes met twee aparte pluggen uit bungelden. Hij noemde zijn eigen vinden de 'Maserati'. "Daarmee kreeg ik een waanzinnige, veel vettere sound. Ik heb er ook mee in JayJays gespeeld, bijvoorbeeld "Cruncher" op de LP. ", vertelde Leo. "Ik begon toen ook heel vaak een zonnebril te dragen. Dat werd een beetje mijn handelsmerk." Oeps    daarmee lopen we wel vooruit op ons verhaal. Maar ik neem aan, dat U niet verwacht had dat Leo in The Haigs zou blijven spelen.Waarom niet zelf eens een groep oprichten. Zo gezegd, zo gedaan. Een naam was zo gevonden: ''  Mack ''. Dat was namelijk Leo's bijnaam. "Op een dag kwam ik iemand tegen en die riep ineens: "Hoi, Mack". Die naam werd plots door anderen overgenomen en sindsdien is Mack als tweede naam aan mij blijven plakken. Als je de fotootjes van de Black Albinos nog eens bekijkt, tref je er eenlje aan waar boven Leo's naam 'Mack' gedrukt staat. Nou nog medemuzikanten vinden. Uit de kennissenkring werden Paul Melzen (gitaar), bassist Ton van der Meer en drummer (nee, deze keer geen Kappé) Bart Terlaak gerecruteerd. "Met die groep speelden we vooral nummers van The Who, The Kinks, The Stones, ook wel "Dancing in the street"; wat meer het ruige werk dus.", vertelde Leo. Eigen repertoire was er nog niet bij.Nu maken we even een zijsprong. Op dat moment was namelijk ook de jongere broer van Leo, Dihl Bennink, de popmuziek in gestapt. Ook Dihl speelde (solo)gitaar. Zijn eerste groepje heette Don't, met drummer Martin Hage, bassist Jan van Rheenen en     zanger  Barry Hay  Dihl verdiende de kost toen nog als timmerman, Barry zat nog op school en de andere twee werkten respectievelijk op kantoor en bij de ouders in de zaak. Martin Hage had als enige al wat ervaring, want hij zat in 1964 in de groep The Rocky Mountains, dat later evolueerde naar de groep The Whigs die o.a. optraden in dancing 'Vronestein' in  Voorburg en in de Houtrustrotonde. Ze deden dat jaar (eind 1964) mee aan de Haagse Beatlesverkiezingen en speelden daar "From me to you". Ze werden zevende. De groep Don't repeteerde vaak bij Barry thuis.

 

 

  Big '' MACK ''en zijn 'kleine' broertje

 

dont1a.jpg dont2a.jpg dont3a.jpg dont3bb.jpg

De groep Don't met een zeer jeugdige Barry Hay achter de micro + pruik.

Zijn moeder werkte in de horeca zodat de jongens vaak het rijk alleen hadden. Bij hun eerste optreden in het Rijswijkse tennispark Welgelegen', droeg Barry een pruik, omdat hij van zijn moeder geen lang haar mocht. Later traden ze nog op in de 'Marathon' en de 'Eekhoorn'. Barry werd door zijn moeder voor de keuze gesteld: of school en thuis blijven wonen, of muziek maar dan het huis uit. U weet inmiddels wel dat hij voor dat laatste koos. Barry was toen echter zoekende. Korte tijd later trad hij toe tot The Haigs. Het zal eenieder bekend zijn, dat hij daarna bij de  Golden Earring terecht kwam. Toch zullen we ' Barry zeer verrassend in deze serie nog een  keer tegenkomen.

         '' MACK''

 

mack1a.jpg mack2a.jpg mack3a.jpg mack4a.jpg mack28a.jpg

Nadat Don't was opgeheven nam Dihl met het restant van die groep van Leo '' Mack ''over. Dihl ging daarin sologitaar spelen en tenslotte bestond de verdere bezetting uit Huib van Straten (zang), Jan van Rheenen (bas), Tinus Verhagen (drums). De groep speelde heel veel nummers van de Spencer Davis Group. Nou was die bezetting niet zo vast. Zo speelde toch nog regelmatig grote broer (en oprichter van de groep) Leo mee. Aan het eind waren bijvoorbeeld Carry Jansen en Rob Plazier lid van de groep, maar dan op een soort losvast basis. Ze speelden bijvoorbeeld mee op de laatste single en staan ook op het fotohoesje. De groep bouwde toch wel een zekere faam op en ze mochten zelfs het voorprogramma van The Hollies spelen. Natuurlijk werd die gelegenheid aangegrepen om met die groep van wereldfaam op de foto te gaan.

mack8a.jpg mack9a.jpg mackhollies3a.jpg mackhollies2a.jpg mackhollies1a.jpg

                                  The group,, MACK'' samen met de ,,THE  HOLLIES''

                                op de foto links LEO BENNINK rechts GRAHAM NASH

Zo herken je op het fotootje hierboven beslist Hollies­zanger/gitarist Graham Nash. De groep mocht ook twee singles maken. De eerste verscheen op HAVOC en beide kantjes waren door Hans van Eijck (die van Tee Set en After Tea) geschreven onder het pseudoniem Eric Elston. Het is beslist een heel aardige single, die een beter lot verdiende dan de uitverkoopbakken, waar hij tenslotte in terecht kwam.

De single was niet slecht ontvangen (zie de knipsels van 'Hitvveek') en het is daarom vreemd dat de opvolger meer dan een jaar op zich liet wachten. "Do it another" was geschreven door Rob Plazier van The Tee Set, geproduceerd door Peter Tetteroo van   de Tee Set en de single verscheen op TEE SET RECORDS in een schitterend hoesje . Deze keer werd de single in 'Hitweek' finaal afgekraakt . Echt goed was die niet, maar ook weer niet zo slecht als hier beweerd wordt.

Uit: Hitweek 2 maart 1967

Voor Dihl was het niet zo belangrijk meer of de single goed of slecht ontvangen werd, want die was op dat moment al toegetreden tot    jawel  ''The Tee Set.'' Daar gaan we het dus niet over hebben, want we hopen ooit een uitgebreid verhaal over die groep te kunnen schrijven. Dihl viel overigens wel met zijn kontje in de boter, want met zijn nieuwe groep stond hij korte tijd later in de Verenigde Staten in de Top Tien! ("Ma belle amie", weet U nog wel?). Na deze ferme zijsprong gaan we terug naar grote broer Leo en ook over diens volgende groep zullen we kort zijn, 'want ook die verdient ergens in der (verre?) toekomst eens een eigen story.

        JAY JAYS

Begin jaren zestig maakte de groep The Jumping Jewels furore met haar schitterende instrumentale gitaarmuziek. Op de platen speelden sologitarist Hans van Eyk, bassist Joop Oonk (die trouwde met Willeke Alberti, weet U nog?), gitarist Tjibbe Veelo en drummer Frits Tamminga, die in 1963 werd vervangen door Kees Kranenburg Jr.. Die Jumping Jewels maakten prachtige muziek, maar die klonk anno 1965 enorm gedateerd. De groep besloot daarom een nieuwe start te maken en koos daarvoor een schitterend moment: op oudejaarsavond 1965 werd de groepsnaam veranderd, zodat men vanaf 1 januari 1966 met Jay Jays aangesproken diende te worden. Het was trouwens niet alleen een verandering van naam, maar ook een verandering van stijl. Dat maakte de eerste single 'wel duidelijk: "Baldheaded Woman". Als deze single ,., ,aan zijn opmars naar de 6de plaats is begonnen, haakt Hans van Eyk af. Dat moet het moment zijn geweest dat bij Leo de telefoon rinkelde. Of hij bij de JayJays wilde komen spelen. Dat wilde Leo wal en zijn eerste werkje was om met de JayJays "Baldheaded woman" in de televisie-studio's te playbacken. 'Voor het eerst in mijn leven 'werd ik plotseling door vreemde mensen op straat herkend", weet Leo nog. Door het succes mocht de groep ook meteen een hele LP opnemen onder leiding van producer Tony Vos; Dat ging trouwens niet geheel probleemloos, want zoals je in het knipsel hiernaast kunt lezen    was Kees Kranenburg Jr. even niet beSchikbaar. Hij had 'bezigheden elders' staat er te lezen. Hij zat dus in de gevangenis! 'Ja, onze muzikanten begonnen ook de (soft)drugs te ontdekken en toen kenden 'we nog geen gedoogbeleid (zeker niet tegenover popmuzikanten). Op het album (men kon niet wachten) 'werden bijna alle tracks gedrumd door Bart Terlaak. Leo ontpopte zich ook als een aardig bespeler van de mondharmonica (zie foto hieronder)

en bovendien begon hij zelf te componeren. "Mijn eerste compositie die werd opgenomen was "I keep trying" voor de JayJays. Ik ben in die groep ook heel anders gaan spelen. Daarvoor speelde ik toch vooral in de stijl van Shadows en Ventures. Nu werd het allemaal minder glad, ruiger zelfs, met vervorming. Dat is technisch beslist niet gemakkelijker, zoals sommigen denken.", zei Leo. We weiden verder niet uit over de groep. Het succes ebde weg en men ging het met Willem Duyn als zanger proberen. Weer schakelden ze over naar een andere muziekstijl: soulachtig repertoire. "Ik zat nog bij de groep toen we daarvoor begonnen te repeteren, maar op de platen uit die periode speel ik niet meer mee. Bij een optreden van Jimi Hendrix in Rotterdam kwam ik namelijk Gerard Romeyn tegen en die vroeg me bij The Motions te komen.", vertelde Leo. Leo hapte toe en daarmee zijn we in het Motions verhaal aangeland, waar we vorige keer zijn gestopt. Leo ging in die groep sologitaar spelen, Gerard Romeyn greep terug naar zijn oude, vertrouwde basgitaar, maar er was nog een verandering. Bij het allereerste gesprek met zijn nieuwe ploeggenoten vertelde Leo dat hij ook nog wel een goede saxofonist voor de groep wist. Dat was Jan Vennik, die de laaste periode met Leo in The JayJays had gespeeld. The Motions werden daarmee een vijf­mansformatie. Hieronder alvast een mooie foto en artikel (pak je vergrootglas er maar bij) uit 'Muziek Expres' van juni 1968. De volgende keer een minder warrig verhaal, want dan gaan we weer de loopbaan volgen van slechts één groep: THE MOTIONS.

        THE MOTIONS

 

Van links naar rechts op deze foto: René Nodelijk en zijn vrouw Bea, Leo Bennink. Beppie & Ruud van der' Berg (Bennett). Sieb Warner. Jan Vennik en Gerard Romeyn.

 

Door de komst van leadgitarist Leo Bennink en saxofonist jan vennik waren de motions uitgegroeid tot een vijfmansformatie Gerard Romeyn haalde zijn ouwe vertrouwde basgitaar weer uit de koffer en van de oorspronkelijke groep waren alleen drummer Sieb Warner zanger Rudy Bennett nog over. laatstgenoemde eiste eind 1967, begin 1968 echter de hoofdrol op.

TROTSE  RUDY.

Eén van de eerste bezigheden van de nieuwe groepsleden was het bijwonen van het trouwfeestje van Rudy Bennett, dat eind 1967 plaatsvond. Vreemd maar waar, de foto hierboven vonden we in het archief van Leo. Tijdens ons gesprek met Rudy Bennett bleek, dat hij zijn foto's wel 'ergens' moest hebben, maar hij had zijn verzameling niet gearchiveerd. Zo stond in 'Muziek Parade' een reportage over het (nieuwe) interieur van het pasgetrouwde stel. Toen wij hem de foto (van de volgende pagina) lieten zien, liet Rudy zich ontvallen: "Hé   dat bed heb ik nog steeds." Er is trouwens nog iets over bovenstaande 'trouwfoto' te vermelden: Rudy zou namelijk vele jaren later een (vrij succesvol) duo vormen met de (dan ex-)vrouw van René Nodelijk als Bennett & Bee. Maar daarmee lopen we wel heel ver vooruit op de feiten. Ook op muzikaal gebied dwong Rudy een centrale rol af. Begin 1968 verscheen namelijk zijn derde solosingle: "I'm so proud" . Het nummer  werd geproduceerd door de Engelsman Noel Walker, o.a. producer van Amen Corner en Dusty Springfield en volgens Rudy was hij eigenlijk het alterego van Whistling Jack Smith (van "I was kaiser Bil's batman" , weet U nog wel?). Deze Walker was door (manager) Cees van Leeuwen naar Nederland uitgenodigd en tijdens een etentje in een duur restaurant hadden de twee alles zitten bekokstoven. Noel Walker zou het plaalje produceren en dat zou ook worden uitgebracht in Engeland. Cees van Leeuwen zorgde er wel voor dat dit in de Nederlandse media flink werd opgeblazen: een advertentie over een 'exclusief contract en later berichten over een hele LP. "Van dat laatste is nooit sprake gevveest", vertelde Rudy zelf. "Ik heb ook nooit overwogen om de groep te verlaten ten faveure van een solocarrière."Over de opnames vertelde Rudy zelf het volgende: "Ik ben toen naar Engeland gegaan. Noel Walker had dat nummer, "I'm so proud" , uitgekozen en bij mijn aankomst was de basistrack al af. Ik hoefde hem alleen nog maar even in te zingen. Dat ging heel relaxt, een prima vent die alles uit je wist te halen. Meer dan Robbie bijvoorbeeld, die alles altijd maar waardeloos vond. Als we iets opgenomen hadden, kwam Robbie binnenstormen en zei dan "Afschuuuuuuwelijk" of "kut". Dat werkte beslist niet stimulerend, hoewel ik er weinig last van heb gehad. Tegen mij deed hij nooit zo. We konden toch heel goed met elkaar overweg, hadden een beetje dezelfde ideeên, dezelfde humor. Maar die Walker deed dat beter. Er groeide iets en ik vind "I'm so proud" nog steeds een leuk liedje. " Daar waren veel mensen in Nederland het blijkbaar mee eens, want de single haalde de 24ste plaats in de Veronica Top 40. De single leidde achter de schermen tot geruzie over de rechten. Gevolg: "I'm so proud" kwam zowel uit op DECCA als op HAVOC. Sommige bronnen vermelden zelfs dat het om twee verschillende versies gaat, maar dat is volgens Rudy pertinent onjuist. Wel waren er twee verschillende B-kantjes. Bij HAVOC stond "You're my adee" op de flip. Bij DECCA werd het aan "Rainbow" gekoppeld, dat overigens ook een nummer van The Motions was! Het was zelfs de eerste compositie die Leo Bennink leverde. Nog vreemder was het dat HAVOC tegelijkertijd (!) een single uitbracht met "You're my adee" als A-kant. Deze single (nu met "Hey conductor man" als flipside) kwam begrijpelijk niet verder dan de Tipparade (zie hiernaast). Het releasebeleid was zo verwarrend, dat zelfs 'Hitweek' het getuige de singlerecensie hiernaast niet meer kon volgen. Dat het opnames waren van de 'oude' formatie is minder vreemd Er lag immers nog maar pas een heel nieuw album ("Impressions of wonderful") in de platenbakken. Een album dat (zoals we in nummer 54 al zagen) zeer lovend was ontvangen en ook wel de Nederlandse 'Sergeant Pepper" werd genoemd. Maar zoals wel vaker is het niet altijd gemakkelijk Van zo'n LP een geschikte single te plukken. De volgende singlerelease maakte dat duidelijk. "Take yoor time" stond op de A­kant, een nummer uit de pen en tijd van Robbie van Leeuwen. Een schitterend nummer, daar niet van, met een schitterende tweede stem van Henk Smitskamp. Rudy merkte daar nog over op: "Dat was het lastige na het vertrek van Henk. Toen zong er bij optredens niemand meer (een tweede stem) mee. Die zang van Henk miste ik dan ook wel eens. Op plaat was dat op te vangen, want daarop zong ik later de tweede stem vaak zelf." Op de achterkant van '.,.Take yoor time" stond "Make it legal", waarop de groep een lans brak voor de legalisering van (soft)drugs. Het mag dus duidelijk zijn dat de werkzaamheden van de nieuwe groep zich voorlopig beperkten tot optredens. "Mijn echte vuurdoop was het 'Grand Gala' optreden" , kon Leo Bennink zich nog herinneren.Dat 'Grand Gala' was overigens niet het zo bekende 'Grand Gala du Disque', maar het 'Grand Gala du Teenager'. Jacques Senf, Willem van Kooten (alias Joost de Draayer) en nog een aantal personen vond dat de popmuziek in eerstgenoemde 'Gala' er maar bekaaid vanaf kwam. Daarom organiseerden zij begin 1968 dit alternatief. In plaats van 'Edisons' werden er nu 'Ossekarren' uitgereikt. In hoog tempo betraden allerlei Nederlandse popgroepen, zangers en zangeressen het podium. Onder hen ook de Motions in hun nieuwe samenstelling. Op de volgende pagina een foto uit de krant van destijds, waarop Robbie van Leeuwen als aandacht kijker tussen het publiek is te herkennen. "Toch wel vreemd", vond ook Leo Bennink, "op het podium stonden de Motions die werden aangekondigd als één van de grootste popgroepen van Nederland en wie zat er in de zaal naar dat optreden te kijken? Juist ja    Robbie van Leeuwen. Dan nog een werkeloze Robbie van Leeuwen." Maar   dat zou ook al snel veranderen.

motions1Fa.jpg motions10x.jpg motions171a.jpg

 

         VERANDERINGEN.

Eerst verscheen er nog een LP op het (Engelse) MARBLE ARCH label, "Motions Live" getiteld. Het was een allegaartje van oud (Everything's that's mine" en "There's no place to hide") en nieuw ('Wonderful impressions" .en "Nellie the horse") materiaal. Aan het begin en eind van elk nummer hoorde men een dolenthousiast publiek klappen en krijsen. Maar... dat was nep. Henk Smitskamp merkte op: "Het zijn gewoon de studio opnames, maar dan met applaus. Het stomme is dat op sommige nummers zelfs hele viool partijen te horen zijn. Nou, wij gingen echt niet op toernee met een bundeltje violisten, hoor", lachte Henk. Eind april 1968 verscheen de volgende single van de groep. Allereerst viel op dat ze nu onder contract stonden bij DECCA. Die hadden de groep een producer bezorgt in de persoon van Hans van Hemart. Maar het opvallendste was wellicht dat "Miracle man" was geschreven door Leo Bennink. Hij had ook "Rainbow' (zie hiervoor) al gepend en groeide weldra uit tot hofleverancier. We laten Leo zelf aan het vvoord: "Miracle man" was de eerste single die ik met de groep opnam. Componeren doe ik graag en dat gaat me eigenlijk makkelijk af. Hoe dat komt is niet te verklaren. Ik ga op de bank zitten, speel een noot en vanzelf komen er een 2de en 3de noot bij en al ras ontstaat een melodie. Ik heb altijd een taperecorder bij me staan en neem mijn ingevingen meteen op. Alleen teksten, tja... dat is een probleem. Gelukkig schreef Sieb (Wamer) die destijds. We schreven altijd samen. Ik ging naar hem toe met een idee en als hij dat hoorde kwam er spontaan een eerste tekst bij. Samen schaafden we dan tekst en melodie bij tot er iets ontstaan was dat ons beider goedkeuring kon wegdragen. En Rudy had zo'n waanzinnig goeie stem, dat het ook allemaal meteen fantastisch klonk. Tegenwoordig schrijf ik nog meer. Ik componeer bijna alle nummers voor de CD's van de Black Albino's ( uitgebracht door RARIRTY RECORDS,). Dat zijn allemaal instrumentals, dus hoef ik niet met teksten te worstelen. Ik heb intussen toch wel zo'n 100 composities op mijn naam staan." "Miracle man" was een .heerlijk nummer, dat helaas niet verder kwam dan de Tipparade (zie vorige pagina). Door Leo was de inbreng van Gerard Romeyn dus al aardig beperkt en kort daarop viel het doek definitief. Dat had alles te maken met drugs. Leo daarover. "Tja, Gerard zat behoorlijk aan de drugs. Ik zag dat allemaal gebeuren, want ik woonde toen een tijdje met hem en Jan Vennik samen in één pand. Ik had echter niks met drugs, was een echt 'Pietje Vitamienje'. Op een nacht werden we uit onze slaap gewekt door een inval van de narcoticabrigade. Terwijl de agenten "Drugs, drugs" schreeuwden, moesten we tegen de muur gaan staan en werden gefouilleerd. Ook bij mij vonden ze pilletjes, maar    dat waren mijn vitamine C tabletjes. Het kostte me toch behoorlijk wat moeite om hen daarvan te overtuigen. Maar Gerard en Jan kwamen er minder goed vanaf en belandden kort daarop in de gevangenis. Eerlijk gezegd was vooral Gerard door al dat blowen een beetje traag geworden, afwezig, zodat we na zijn vrijlating weinig behoefte hadden aan zijn terugkeer. Hij was inmiddels al vervangen door Paul van Melzen, die ik nog kende uit de tijd van '' Mack."

Leo liet wat artikelen uit die tijd zien, waaruit duidelijk werd dat er heel wat drugsproblemen waren. Nou moet erbij verteld worden, dat in die tijd het gebruik van (soft)drugs nog niet werd gedoogd en er vooral op gebruikende popmuzikanten (net zoals in Engeland, denk maar aan de Stones) flink jacht werd gemaakt. In dat kader is ook het verhaal van Henk Smitskamp verhelderend: "Nadat ik uit de Motions was gesodemieterd waren er plannen om een nieuwe groep op te gaan richten met Herman Brood. Maar op een avond werd ergens in Den Haag een inval gedaan en daarbij werden o.a. Herman Brood Oa, toen al), Jay Baar, Peter Vink, Polle Eduard, John Vennik, Gerard Romeyn en nog een stel anderen opgepakt. Die hebben stuk voor stuk een paar maanden zitten brommen, zodat veel groepen plotsklaps enorm omhoog zaten. Ze hadden wel boekingen voor optredens, maar niet voldoende personeel. Toen hebben ze van After Tea bijvoorbeeld mij en Frans Krassenburg gevraagd en wij hebben toen 3 maanden met hen rondgetoerd. Ik heb zelfs nog meegespeeld op een nummer van de Martino's, "De zingende zeug" of zoiets. Die Martino's waren een soort extra uitlaatklep voor voor Hans van Eyck van de Mer Tea (red: Je herinnert je waarschijnlijk nog wel de smartlap "Moest dat nou?"). Ik heb in de studio ook "Snowflakes en Amsterdam" gespeeld, maar men zegt dat men voor de single een andere opname heeft gebruikt. Dat kan wel waar wezen, maar dan heeft die bassist wel precies mijn partij nagespeeld. Daarna heb ik nog een maandje in Sandy Coast gespeeld om Ron Westerbeek te vervangen die ook al een maandje onder de (andere) pannen was. Daarna heb ik nog een tijdje in The Haigs gespeeld."

 

De gelegenl1eidsformatie After Tea met van links naar teeMs: Hans van Eijek, Henk Smitskamp. Frans Krasseburg, Martin Hage en Ferry Lever,

  

Gerard Romeyn werd dus de laan uitgestuurd. Op 22 januari 1972 dook plotseling dit bericht in het 'Veronicablad' op over een solo­single van Gerard. We kennen de plaat niet. Misschien dat iemand ons aan een opname (en het fotohoesje??) kan helpen. Daarna heeft Gerard nog een tijd in de Paniekzaaiers van Nico Haak gespeeld. Zijn vervanger Paul van Melzen kwam uit The Haigs...

motionsmusic2a.jpg motions america225a.jpg motions america227a.jpg motions173a.jpg motions176a.jpg

Uit: 'Muziek Expres' oktober 1968.

In augustus 1968 wordt een nieuwe poging ondernomen met de single "I ain't got time", weer zo'n aanstekelijk rnelodietje van leo Bennink met tekst en fluitwerk van Sieb Warner. Het lukt deze keer om de 22ste plaats in de Top 40 te veroveren (zie hiemaast). Van 1 tot en met 10 oktober 1968 treedt de groep op in de beroemde (Beatles!!) Star Club van Hamburg. Daar werd ook de schitterende foto op de volgende pagina gemaakt. "Ja, dat was op de kermis in Hamburg", herinnerde Rudy zich. Bovendien zorgde de stad voor de inspiratie voor het nummer "Hamburg City", dat korte tijd later als B-kant van de single "Take the fast train" zou dienen. Daaraan vooraf ging de single 'What's your name" met twee (zeer korte) num­mers op de flipside: "little boy's life" en "Illusion". De eerstgenoemde twee waren geschreven door Jan Vennik met teksten van Sieb Warner. De nummers vallen op door een geheel andere stijl. 'What's your name" is een soort vaudeville melodietje, dat doet denken aan de Bonzo Dog Doo Dah Band. "little boy's life" zou zo van een Frank Zappa album kunnen wezen. Rudy vertelde: 'We waren toen eigenlijk allemaal een beetje weg van Frank Zappa. We hadden hem een keer live in het Amsterdamse Concertgebouw gezien. later hebben we hem echt ontmoet in New Vork. Jan Vennik bespeelde een heel scala aan (blaas)instrumenten en was een kei in het arrangeren. De lP "Electric baby"  sluit bijvoorbeeld af met "Chicks", dat je het idee geeft dat je in een muzikaal kippenhok bent beland. Dat was allemaal geïnspireerd op Zappa." Het grote (singles)publiek was voor zulke klanken echter nog niet rijp en het is dan ook niet verwonderlijk dat deze single hopeloos flopte. "Take the fast train" was (weer) gepend door leo Bennink, maar de tekst was dit keer van    Rudy Bennett. Op het singlehoesje viel ons een meisje op. We vroegen Rudy wie dat was. "Ja.. die hoes is gemaakt door Anne en Tom Beke, die veel foto's voor ons maakten. Ze hadden hun fotostudio in Amstelveen en daar is deze foto gemaakt ( en ook het fotootje op de volgende pagina) en ze vonden het leuk om hun dochtertje bij ons op de foto te zetten. Toen ik jaren geleden hier in Amstelveen kwam wonen, ontdekte ik

Uit: 'Muziek Expres' apri/1969.

allerlei plekjes waar wNe met de groep foto's hadden gemaakt, zoals die prent met die auto erop bij die molen ( die foto plaatsten we al)"Hamburg City" had Jan Vennik (samen met Sieb Warner) geschreven. En net op het moment dat Vennik een behoorlijk aandeel in het repertoire begint te leveren, is hij plots uit de groep verdwenen. Weg, foetsie!Hij blijkt vervangen door een zekere Bobby Green,

 

The Motions hadden daarmee een prima toetsenist en zanger in de gelederen, die bovendien ook nog aardig wist te componeren. In maart 1969 zijn beide kanten van de nieuwe Motions single dan ook door Bobby Green geschreven: "It's alright" en "Hey everybody". Op de A­kant mag Bobby Green zelfs in het midden een soort vocaal bruggetje zingen. Het is een mooi nummer met een prachtig strijkersarrangement, maar klinkt hier en daar nogal bombastisch.

    LAATSTE HIT (zelfs in japan).

Midden 1969 verschijnt de volgende single van The Motions. "Freedom" is geschreven door Leo Bennink en een heerlijke meezinger, waarop Leo zelf de mondharmonica bespeelt. Een prima single en door het publiek ook met een 22ste plaats gewaardeerd. Het zou de laatste hit van de Motions blijken te zijn. Intussen stond de groep op het punt naar Amerika af te reizen (waarover aanstonds nog veel meer) en daardoor werd de single ook in de Verenigde Staten uitgebracht. Je leest zelfs vaak dat "Freedom" een grote hit voor de Motions in Amerika is   geweest. Maar helaas    noch in Cashbox, noch in Billboard (zelfs niet in de 'bubbling under'-regionen) Is de single terug te vinden. Misschien is het wel ergens in dat levensgrote land een lokale hit geweest en misschien is daardoor (??) de single in Japanse handen geraakt.Want het volgende verhaal is prachtig. Leo Bennink vertelde er zelf het volgende over: "Als componist krijg je jaarlijks een bedrag op je bankrekening gestort van de BUMA-STEMRA Nou worden mijn composities heus niet dagelijks op radio gedraaid en de CD's van de Black Albino's verkopen toch  redlijk, dus dat bedrag is altijd een bedragje. Tot een jaar geleden plots op de afrekening een (voor mij) kolossaal bedrag stond. Mijn eerste gedachte was, dat ze komma verkeerd hadden gezet of er per ongeluk een paar nulletjes te veel aan hadden vastgeplakt. Na lang twijfelen (zal ik maar geen slapende honden wakker maken?) heb ik toch maar  geinfonneerd. Wat bleek ik had een groot bedrag aan auteursrechten ontvangen uit Japan!! Daar bleek één of andere Japanse hiphop-groep ( Tokyo Number One Soul Set) het nummer "Freedom" van ons te hebben gesampled en te hebben gebruikt voor hun nummer "Sunday" en dat is een dikke Top Tien hit geweest in Japan. Ik heb het intussen gehoord: je hoort flarden zang en allerlei instrumentale ,fragmenten van de "Freedom" versie van de Motions terug. Een (voor ons) heel vreemd nummer, waarvoor ze dus wel keurig de auteursrechten hebben betaald." Toen ik Rudy Bennett vroeg of hij daar ook nog een zakcentje aan over had gehouden, zei Rudy: "Ook al hoor je nog duidelijk stukken van mijn zang op dat nummer terug, ik heb daar niks aan overgehouden. De rechten van de uitvoerenden zijn na 10 jaar verlopen. De auteursrechten zijn echter langer gewaarborgd".

      EN TOEN WAS ER NOG MAAR EEN.

Rudy Bennett vertelde: "Het was op een vrijdag geloof ik dat we Sieb voor een optreden gingen ophalen, maar hij wilde niet mee. We hebben nog gepraat als Brugman, maar hij was helemaal geflipt en stopte er van de ene op de andere dag mee." Leo vulde nog aan: "Hij lag met zichzelf overhoop. Hij wilde bijvoorbeeld terug naar de natuur. Toen we op een dag bij hem thuis kwamen, had hij alle meubels buiten gesodemieterd en in plaats daarvan had hij allemaal boomstammetjes neergezet. Hij was echt een beetje de weg kwijt. Hij dacht bijvoorbeeld ook constant dat zijn vrouw vreemd ging. Er  was gewoon niet meer met hem te werken.  Wel jammer, want hoe Sieb de 'groeve'  neerlegde, dat was echt grandioos. Met zijn  vertrek was dan ook die kenmerken-de sound  verdwenen. En bovendien schreef hij al die  teksten. Daarna ging het dan ook snel  bergafwaarts. Sieb heeft toen een paar  maanden niks gedaan en is daarna door de Golden Earring als drummer gevraagd. Hij speelde bijvoorbeeld mee op de LP "Eight miles high". Dat was geen onverdeeld succes. Sieb's manier van drummen paste niet in het muzikale concept van de Earring". We vroegen Leo of de aftakeling van Sieb werd veroorzaakt door druggebruik. "Nee", zei Leo, "hij blowde wel een beetje, maar pas later, met de Earring, heeft hij in Amerika kennis gemaakt met LSD en toen is hij pas écht de weg kwijtgeraakt. Ik kwam hem toen een keer tegen en hij kende mijn naam niet eens meer.",,:, Met het vertrek van Sieb was van de orignale:) , Motions alleen zanger Rudy Bennett,nog  over. Een vervanger was overigens snel gevonden, want Bobby Green kon zo zijn oude maatje Han Cooper van de Selection (zie hiervoor) mooi inlijven Trouwens... veel keus was er niet, want er moest snel,: een vervanger gevonden worden, omdat de 'toernee"naar Amerika voor de deur stond.

   AMERICA HERE WE COME.

De rest van deze aflevering is geheel gewijd aan de trip van The Motions naar de Verenigde Staten en vooral aan de uitgebreide fotoreportage die 'Muziek Expres' daarvan in augustus 1969 plaatste. Het was misschien voornamelijk een promotiestunt, toch broeide er iets. De Nederpop kreeg internationaal langzamerhand wat meer erkenning en stiekemweg ontstond het idee dat een internationale doorbraak mogelijk zou kunnen wezen, zelfs in dat zo verre Amerika. Henk Smitskamp had het idee van dichtbij zien ontstaan, omdat hij toen bij het organisatiebureau (van popconcerten) van Paul Ackett werkte. Hij vertelde: "The Golden Earring ging naar de V.S. Het werd weliswaar geen succes, maar Ackett zei toen: 'We moeten ook iemand hebben die naar Amerika gaat" en de keus viel op The Motions."Het hele organisatieapparaat werd in stelling gebracht. Dankzij de vele connecties in Amerika was het een kleine moeite om te regelen dat de Motions in 'The Scene', een   beroemde club in New York, mochten optreden. Krijn Toringa, ooit bij Veronica als discjockey begonnen als helft van het duo Bob & Brenda wist een gratis reis te regelen. Fin Air zou haar eerste vlucht vanaf Schiphol naar New York ( "maken en wat extra publiciteit kwam hen dus niet slecht uit. Toen kwam die andere belangrijke tak van het Ackettimperium in actie: het blad 'Muziek Expres'. Dat schreef een tekenwedstrijd uit en de winnaar mocht met de Motions mee. Tenslotte werd de AVRO bereid gevonden er een tv-reportage van te maken.Leo Bennink vertelde: "Heel de grond lag bezaaid met tekeningen en daar mochten wij de prijswinnaar tussenuit zoeken. Eén van de tekeningen was van Johnny de Bakker van de befaamde (of moeten we zeggen beruchte) Haagse groep The Kick, maar dat wisten wij niet. Zijn tekening is later gebruikt voor de CD-hoes van IIlmpressions of wonderful". Hij werd echter niet tot winnaar gekroond. "De naam van die prijswinnaar kunt U in het artikel van 'Muziek Expres' vinden, hoewel je sommige dingen daarin met een korrel zout moet nemen. Je weet nu waarom de service van Fin Air zo wordt opgehemeld en de Monkees traden helemaal niet op in 'The Scene'. We laten tenslotte Rudy Bennett aan het woord: 'We hebben 4 avonden opgetreden in 'The Scene'. Toen we aankwamen stond er een heuse limousine klaar. De winnaar van die tekenwedstrijd, een jongen uit Badhoevedorp, wist niet wat hem overkwam. Die zat nog op school en werd nu meteen ingewijd, groupies enzo. In 'The Scene' speelden Buddy Miles en de voor ons nog totaal onbekende Alice Cooper. De Monkees hadden in New York iets voor televisie gedaan, verbleven in hetzelfde hotel, vonden ons blijkbaar leuk gezelschap en hadden toch niks anders te doen en daarom zaten ze bijna constant bij ons op de kamer. Ons eigen idool Frank Zappa hebben we er in levende lijve ontmoet en Shanana speelde er. Van ons bezoek aan New york en van ons optreden is door de AVRO nog een film gemaakt en daarvan is een half uur durende special op tv geweest. Jammer dat ik dat later nooit meer teruggezien heb."Wie weet komen die tvopnames nu, in het DVD-tijdperk, wel weer plotseling boven water? Zou wel leuk wezen.Volgens het (niet geheel betrouwbare) artikel in 'Muziek Expres' was het Amerikaanse blad 'Billboard' erg lovend over de performance van Rudy. Was dat zo?, vroegen we hem. "Ja, dat klopt. Ik moet die recensie nog ergens hebben liggen. Wel leuk natuurlijk, maar ... je koopt er niks voor", gaf Rudy als commentaar. De reis zorgde voor een leuk uitstapje, een mooie ervaring, een gratis portie publiciteit en een prachtige fotoreportage. En bijna tegelijk met hun verblijf in New York klonk op de Nederlandse radio voor het eerst "Venus" van Shocking Blue en zo zou een half jaartje later toch nog een (ex-)Motion (Robbie van Leeuwen dus) doorbreken in Amerika.Volgende keer de laatste stuiptrekkingen van de Motions en wat de groepsleden daarna gingen doen en dan op naar de reeds genoemde Shocking Blue

motionsnewyork117.jpg motionsnewyork120.jpg motionsnewyork104.jpg fuiven en kuivena.jpg motionsnewyork118.jpg
 THE MOTIONS

 

Uit: 'Muziek Parade' augustus 1969.

   LAATSTE WAPENFEITEN

Snel na de terugkeer uit de Verenigde Staten lag een nieuwe single in de etalage: "Eliza", geschreven door Jan Vennik en Si eb Wamer, dan beiden al EX-Motions. Het was een nogal bombastische ballad, overgearrangeerd en (ook achteraf) niet onbegrijpelijk dat de platenkoper het schijfje links liet liggen ondanks de hoesfoto gemaakt midden in New York. Heel snel werd een volgende single uitgebracht: "I can't help it', geproduceerd door Hans van Hemert. Even gloorde er hoop toen deze 45-toeren op 15 november de Tipparade binnendrong, maar reeds na enkele weken ging die hoop in rook op toen "I can't help it" de aftocht blies. Bijna tegelijkertijd ligt er ook een nieuwe langspeler van de groep in de winkels: "Electric Baby". Het is een allegaartje. Er staan flink wat nummers op die nog met Vennik en Wamer waren geschreven en opgenomen en al op single waren verschenen. Daarnaast blijkt vooral Bobby Green een flinke vinger in de pap te hebben gekregen. Hij levert flink wat composities en zijn toetsenspel zorgt voor een heel andere sound. Hans van Hamert staat als producer gecrediteerd. Sieb Wamer hanteerde op het album nog de drumstokken. Nu, achteraf gezien, is het een aardig album door de grote varieteit, maar destijds was het vis noch vlees.

                NOG ENKELE STUIPTREKKINGEN

DECCA heeft geen vertrouwen meer in de toekomst van The Motions. NEGRAM \/\Iel en die brengt eerst om totaal onbegrijpelijke redenen "Take the tast train"f'Hamburg City" opnieuw op single uit, om kort daarop een geheel nieuwe 45 toeren­plaat te lanceren: "Try to make you happy', geschreven door Leo Bennink en Rudy Bennett met 'We all come together" van het duo Green & Cooperville op de flip. Resultaat: nul komma nul.The Motions gaan voor een oplossing waarvoor groepen in nood meermaals, kiezen: naamsverandering. In 1970 verschijnt bij NEGRAM de single 'Watch it all the rain keeps talling"f'Dream world" van de groep Crossroad. Maar als enige tijd later in 'Muziek Expres' van januari 1971 onderstaand fotootje verschijnt is het raadsel snel opgelost. Dit zijn dus 'gewoon' de Motions. Enkele maanden eerder (augustus 1970) werd trouwens precies dezelfde foto in hetzelf de blad gebruikt bij een artikel over    The Motions! Rudy Bennett vertelde over de naamsverandering: "Zover ik me kan herinneren, hebben we alleen maar een plaat onder die naam uitgebracht, maar nooit als dusdanig opgetreden." Wat natuurlijk wel opvalt   de groep is plots een kwartet geworden. Bassist Paul van Melzen is van het toneel verdwenen. Natuurlijk kon Bobby Green via de pedalen van zijn hammondorgel ook voor de nodige lage tonen zorgen, maar zeer regelmatig diende in die tijd Jaap van Eyck als bassist. Jaap kwamen we voorheen al eens tegen in ons verhaal over de Blues Dimenslon. Hij staat ook afgebeeld op de hoes van de volgende LP van de Motions. Het is een LP met een bijzonder verhaal. Als U destijds "Sensation" in de platenbakken hebt gemist is dat niet zo uitzonderlijk, want het album is nooit bij de reguliere platenhandel te koop geweest. Hij was alleen te verkrijgen in de winkels van Simon de Wit, een winkelketen vergelijkbaar met het huidige Kruidvat. Het winkelbedrijf betaalde de opnamekosten van een studio in Nederhorst ten Berg. Daarnaast werd de groep verwend met een flinke eenmalige somma geld. Daama liet de kruidenier een groot aantal platen persen, die bij Simon de Wit exclusief te kopen waren voor f 5,90. Alle nummers op het album waren door de groep zelf geschreven, waarbij het opvalt dat er twee bijna vaste schrijverduo's zijn ontstaan: enerzijds Bobby Green & Han Cooper (die zich nu weer eens Cooperfield noemde); anderzijds Leo Bennink & Rudy Bennett. Laatstgenoemde vertelde nog over het album: "Het nadeel van die LP: er werd geen single van uitgebracht. Daar was Simon de Wit niet in geinteresseerd. Daardoor werd de muziek totaal niet op de radio gedraaid. " Nog een nadeel: deze eenmalige uitgave van SIMOGRAM is nu voor verzamelaars moeilijk te vinden en zeker niet voor het genoemde lage prijskaartje. Tot op heden is het album niet op CD verkrijgbaar en dat maakt het tot een coIlector's Item. En de muziek is zeker niet slecht. Rudy vertelde dat de groep wel de (auteurs- )rechten behield, dus misschien is er voor een reissue-Iabel (PSEUDONYM?) nog iets mogelijk. Kort daarop, begin 1971, viel definitief het doek voor The Motions, één van de beste (beat)groepen uit onze Nederpopgeschiedenis.In de loop der jaren zijn er verscheidene verzamelalbums van de groep verschenen, zoals onderstaande. Zeer vreemd is het album "Original Hit Recordings". Niet zozeer door de muzikale samenstelling, maar eerder door de hoes. Bijna alle nummers op dat album stammen uit de periode Robbie van Leeuwen, maar voor de hoes is een foto. van de allerlaatste bezetting gekozen. Die hoesfoto staat op de volgende pagina.

EENMALIGE REUNIE.
                         Van links naar rechts:Henk Smitskamp ,Robbie v Leeuwen ,Leo Bennink
                                                 Rudy Bennett,Sieb Warner & Dihl Bennink.

Nog één keer zou de groep, In de allereerste bezetting, bij elkaar komen.Al jarenlang hadden de organisatoren van het 'Goud van Oudfestival de groep gesmeekt nog eens op te treden. Steeds had Robbie van Leeuwen de boot afgehouden. "Die houdt niet van nostalgische toestanden", vertelde Henk Smitskamp. Tenslotte stemde Robbie in als er 10.000 gulden betaald zou 'worden. Robbie zal gedacht hebben, dat ze dat toch nooit zouden betalen. Maar tot zijn niet geringe verbazing waren de organisatoren bereid dit kapitaal neer te leggen voor dit eenmalige optreden. Toen moest er dus gerepeteerd worden. Robbie, Rudy Bennett, Sieb Warner en Henk Smitskamp gingen naar een door Rudy gerelegde repetitieruimte in Hilversum. Toen bleek dat Rudy ook Leo Bennink had uitgenodigd. Leo daarover: "Bij die 'Goud van Oud editie speelde ik eerst bij de Jumping Jewels annex JayJays mee en daarna bij de Motions. Op toetsen! Ruud had me erbij gesleept met de woorden: "Och joh, dan speel je toch gewoon keyboard".Robbie van Leeuwen en Henk Smitskamp vonden het (eerst) maar niks, maar stemden er tenslotte toch maar in toe. Daarna begon het repeteren. Henk Smitskamp vertelde daar het volgende (Voor het eerst na meer dan 25 jaar kwamen we weer bij elkaar. Dat ging eerst stroef, want de Motions waren nooit een echte vriendenclub gevveest. Net alsof je je oude verloofde tegenkomt van wie je met ruzie bent uiteengegaan. Enfin we plugden onze. instrumenten in en Robbie zei op zijn plat Haags: "Nou    wat gaaaan we doeeen. Maar effe keike hoe het gaat". Hij telde af en  het was of we 25 jaar terug in de tijd waren. De magie was er opeen weer. Plots stonden daar weer die ouwe Motions van weleer. Ook Sieb speelde weer op de trommels als vanouds. Het was een genot weer met hem samen te spelen." Op 24 april 1992 traden de Motions nog één keer op in de Brabanthallen, waar ze voor hun 10.000 gulden hun drie grootste successen speelden: "It's gone", 'Why don't you take it" en 'Wasted words." Voor laatstgenoemde nummer schreef Robbie speciaal voor deze gelegenheid een nieuwe tekst. Robbie daarover. "Ja, ik heb een soort Greenpeace tekst gemaakt. Ik ben namelijk echt in de natuur geinteresseerd en die oorspronkelijke tekst van 'Wasted words" vond ik eigenlijk vanaf het begin al vreselijk om niet te zeggen belachelijk. Maar ja, protestsongs waren toen In en ik dacht, laat ik er ook eens eentje schrijven." Rudy Bennett vulde nog aan: "De tekst ging niet meer over de negers in Amerika, niet meer over Martin Luther King, maar over het groen dat verdwijnt en de natuur die wordt bedreigd. Robbie wilde het liedje in zijn oude vorm beslist niet meer doen en ik gaf hem ook wel gelijk."

FISHER & FRIENDS

Toen de Motions, alias Crossroad, in 1971 definitief het zeil streek, splitsten zich de wegen van Rudy Bennett ener- en de andere drie leden anderzijds. Wat Rudy ging doen, dat zien we verderop.Leo Bennink, Bobby Green en Han Cooper (alias CoopeNille, Cooper1ield of (officieel) Gordinou de CoubeNille) sloten zich aan bij Jan Visser, die daavoor basgitarist was geweest bij de George Baker Selection. Jan wist een (soIo)platencontract bij NEGRAM in de wacht te slepen en.nam daar ook een aantal singles op. Leo Bennink vertelde: "We hebben als Fisher & Friends wel even wat gedaan, maar nooit samen een plaat onder die naam gemaakt. We hebben ook nooit als Fisher & Friends opgetreden."Je mag dus concluderen dat Fisher & Friends als groep alleen wat heeft geoefend en dat de drie singles die onder die naam verschenen moeten worden gezien als solosingles van Jan Visser.

GREENHORN

Precies hetzelfde viertal maakte wel een single onder de naam Greenhom. We spreken dus over Leo Bennlnk (sologitaar), Bobby Green (zang, orgel en piano), Han Cooper (drums) en Jan Visser (bas). Het leverde één single op en als groep werden een vijftal optredens gedaan. Niet wereldschokkend dus. Han Cooper komen we verderop nog tegen, want hij zocht Rudy Bennett weer op in de groep Jupiter. Bobby Green, die in 1971 nog een soort solosingle voor PHILlPS had mogen maken (zonder succes uiteraard), gooide nu het bijlije erbij neer. Hij trok zich volledig uit de muziek terug en ging in Amsterdam als taxichauffeur werken. Maar tja    het bloed kruipt waar het niet gaan kan en na vier jaar taxien door Amsterdam besloot hij zijn ouwe vertrouwde Bobby Green Selection weer op te richten. Die speelde weer in de oude bezetting . Ze mochten in 1977 zowaar op de foto voor de 'Hitkrant' en de bijbehorende single ("Lady Maria") haalde zelfs de Tipparade. Niet voldoende echter, en daarna is niets meer voor Bobby Green vernomen. Met hetgeen we in HITSTORY 56 over de Bobby Green Selection vertelden, is dat verhaal ook vrij compleet en sluiten we af ....

           

 

Leobe30.jpg Leobe32.jpg leo145.jpg leo10_2w.jpg buddy poor 82.jpg

         

 LEO BENNINK BLIJFT ACTIEF.

Voordat we in het kort beschrijven wat Leo Bennink nog allemaal (in de muziek) gedaan heeft, willen we eerst even terug komen op hetgeen we in nummer 55 van HITSTORY over hem schreven. We stelden toen al vast, dat het haast ondoenlijk was een juist historisch overzicht van zijn carrière samen te stellen, daar hij in wel 40 groepen had gezeten. Leo belde ons na het verschijnen enthousiast op: "Een prachtig verhaal, maar... er zitten wel wat foutjes in". We hadden eigenlijk niet anders verwacht. Leo heeft de moeite genomen die fouten te corrigeren.  Wat Leo na de Motions allemaal heeft gedaan is eigenlijk niet te beschrijven. We doen een poging heel in het kort wat bezigheden aan te stippen. Hierboven zagen we al zijn bemoeienissen met Fisher & Friends en Greenhom.

BEEHIVE

De groep werd in 1972 opgericht en bestond toen uit: Leo Bennlnk (gitaar)" multi-instrumentalist Chiel Pos (zang, gitaar, viool, saxofoon, fluit), Paul van wageningen (voorheen drummer van Group 1850), en bassist Hulb van Straten ( Mack). In de loop der tijd vielen er wat personen af en kwamen er wat (meer) bij, zodat in 1973 de bezetting luidde: Chiel, Leo,  Nippy Noya, een hernielde samenwerking met bassist Jan Visser (van het zouist genoemde .Greenhom), Paul van Wageningen en Eric Tagg (zang en toetsen). Deze Amerikaan, getrouwd met een Nederlandse, kwamen we al eens tegen als lid van Rainbow Train (van Hans Vermeulen, weet je nog?). Nu, anno 2004, is hij al weer lang naar de V.S. teruggekeerd. Daar is trouwens ook Van Wageningen naartoe verhuisd. De groep maakte één single voor PINK ELEPHANT,waarvan de A-kant "Music is music" werd geschreven door Chiel Pos. Een schitterend nummer trouwens. De groep heeft destijds nog een flink aantal opnames gemaakt in de befaamde Haagse Rainbow Studio. Wij (Harald en ik) werden door Leo verwend met een CDtje waar al die opnames van Beehive op stonden. Prachtige muziek, die sterk doet denken aan de stijl van Chicago of Blood, Sweat & Tears als U wilt. Leo had destijds de opnametape meegenomen maar de baas van de studio had die onbruikbaar gemaakt door telkens het opnameniveau te veranderen. Maar ja een paar jaar geleden heeft Leo al die nummers dankzij de computer weer op het juiste 'level' kunnen zetten. "Als iemand het uit wil brengen, laat ze dan maar contact met me opnemen", zei Leo. Over één van de nummers was nog iets grappigs te vertellen. "In de jaren zeventig was er een reclamespotje om militairen te werven en... het melodieije dat daarbij gebruikt werd, kwam me wel héééél erg bekend voor.", vertelde Leo. Het bleek "Shrimp" te zijn, één van die demo-opnames. Degene die de conmercial maakte, had namelijk aan Michel Damen, de toenmalige baas van de Rainbow Studio, gevraagd of hij niet een leuk melodietje had en (U begrijpt het al), die had hem een tape met "Shrimp" gegeven.Leo vertelde tenslotte nog: 'We hebben met Beehive zo"n keer of 20 opgetreden, maar ja, als de single niet aan­slaat (en dat deed hij helaas niet), dan is het vechten tegen de bierkaai. En financieel was het zeker niet te doen met zo'n toch vrij uitgebreide groep. Nippy Noya kreeg in die tijd door de platenstudio doorbetaald, maar dat hield natuurlijk ook niet lang stand." Einde Beehive dus.

'ROMMELEN' MET ZANGERESSEN.
LALUNESFRONTa.jpg hoes secret lovea.jpg nurlaila3.jpg leo lena sophia1.jpg lucille20.jpg

"Aha, een lekker schandaaltje", zult U na het lezen van bovenstaande kop misschien denken. Helaas... Leo vertelde het zo: "'Toen ben ik een beetje met zangeressen gaan rommelen. Eerst heb ik een hele tijd gewerkt met Marian Noble. Ik heb haar single "Secret love" geproduceerd." In 1978 nog goed voor de Tipparade. Over deze zangeres vertelden we al eens wat uitgebreider naar aanleiding van onze story over Sandy Coast (pagina 868 tot en met 871 - op laatstgenoemde pagina staat het fotohoesje van "Secret love" afgedrukt. Ook kwamen we haar op pagina 484 samen met Jody Pijper tegen als zangeres van de groep Sympathy, waarin ook Will Matla speelde. En dat zorgt voor een aardig bruggetje naar de volgende bezigheid van Leo. "Eind 1976 had ik een song geschreven voor Jody Pijper, waar ik erg in geloofde. Het heette "Alice in Wonderland" en moest naar mijn idee gezongen worden dooreen zangeres met een hele hoge stem. Daarover beschikte Jody. Maar... ze had contractuele verplichtingen, die een samenwerking in de weg stonden. Wil Mattla opperde toen het eens met Lucilie McDonaid, een in Nederland woonachtige Surinaamse, te proberen. Ze bleek inderdaad ook zo'n hoge stem te hebben. We hebben het nummer toen opgenomen, compleet met een heel kinderkoor. Tot mijn grote vreugde werd het uitverkoren tot 'AVRO's Radio en Televisie Tip', waardoor het elk uur op de radio gedraaid werd en bij 'TopPop' te zien was. PHONOGRAM belde me op met  de mededeling 'We hebben een wereldhit in handen". Prachtig, alleen wel erg jammer dat PHONOGRAM de single niet op voorraad had, zodat de winkels zonder zaten. Toen die fout was hersteld, was de belangstelling al weggebd( Gevolg: meer dan de Tipparade zat er niet in. Het nummer is onlangs (inmiddels ruim een jaar geleden) door BR MUSIC op een verzamel-CD van de seventies gezet. Voor de compositie heb ik destijds nog een compliment van wijlen Pim Jacobs gekregen. Lucille McDonald kwam daamaast in de publiciteit doordat ze het (of misschien beter een) vriendinnelje was van Bobby, die elastieken pop van Boney M. We hebben daarna ook nog een opvolger opgenomen, maar die werd helaas door de platenmaatschappij afgewezen en zo is die samenwerking ook weer doodgebloed." Ruim tien jaar later, 1991 om precies te zijn, wandelt Leo langs het Scheveningse strand en hoort daar een bandje spelen. Meteen werd hij aangetrokken door de stem van de zangeres, Nurtaila Karim. Hij sleept haar mee naar zijn huisstudio en maakt er enkele opnames met haar. Met de tape gaat hij naar platenmaatschappij CNR en die zien er wel wat in. Leo mag met haar een hele CD opnemen, die hij samen met Joop Oonk ( U kent hem wellicht nog als gitarist van de Jumping Jewels en voormalig echtgenoot van Willeke

Artikel hierhoven uit: 'Hitkrant' 11 maart 1977.

Alberti) produceert. Het album heet "The light in the darkness", wat ook de betekenis van haar eigenlijke naam is. Voor Motions.. fanaten heeft het album nog extra waarde, want Leo liet Nurlaila ook wat oude (door hem zelf geschreven) Motions songs in een eigentijds arrangement opnemen ("Freedom" en "Miracle man"). Helaas, helaas   net op het moment dat de CD uitkomt, gaat CNR failliet en het album is daardoor al snel niet meer leverbaar. Een ietwat valse start voor een toch glanzende carrière van deze zangeres. I n de zomer van 1997 heeft ze een bescheiden hit met het door Bolland & Bolland geschreven "Als je doet wat je doet" en in 1998 doet ze met het door John Ewbank (Marco Borsatoll) geschreven "Alsof je bij me bent" mee aan de voorrondes van het Eurovisie Songfestival. Ze wordt tweede. Geen overweldigende hitpalmares dus, maar   Nurlaila had veel succes in musicals, o.a. in "Miss Salgon", "Fame" en "Rent" .

     LEO KEERT TERUG NAAR ZIJN OUDE LIEFDE

Terug naar Leo Bennink dan maar vveer. Hij maakte zelf ook nog muziek. In allerlei bandjes voor bruiloften en partijen. Ook speelde hij bijna vijf jaar lang in Los Alegres. Die  onder contract stond bij Joop van den Ende. "Dat was makkelijk leven; gewoon een koffertje met een gitaar, geen versterkers en andere toestanden, want dat werd allemaal geregeld. Gitaartje inpluggen, een show van een half uurtje, zakken vullen en vveer wegwezen. Maar ja, dat gaat toch vervelen. Het heeft geen spanning", vertelde Leo. Hij speelde samen met Joop Oonk als The Jumping Jewels en maakte onder die naam zelfs nog een plaat ( Hot Samba). Om alle andere groepen en groepjes op te noemen is gewoon ondoenlijk. Dan in 1996 wordt hij voor een revivalconcert gevraagd nog eens de Black Albinos te hergroeperen. Dat optreden in de Houtrust Rotonde deed hem beseffen dat instrumentale gitaarmuziek toch eigenlijk zijn grote liefde was. Hij begon in zijn huisstudio allerlei nummers op te nemen en RARITY RECORDS was bereid die op CD uit te brengen. Samen met zijn broer Dihl, (natuurlijk) drummer Leo Kappé, basgitarist Hoss van Hardeveld (ooit bassist van Unit Gloria) en Ritch van Gessel zijn inmiddels al een viertal CD's van The Black Albinos bij RARITY verschenen. Daar bijna al het materiaal door Leo is geschreven, gearrangeerd en van solo's voorzien, mag het bijna een soloproject heten. De CD's zijn (bijna) geheel instrumentaal en een 'must' voor de liefhebbers van instrumentale gitaarmuziek. Ikzelf heb de CD's al menig keer gespeeld. Het grote voordeel is de enorme variatie in stijlen. Koop je een CD van de Ventures (voorwaar niet de minste gitaargroep). dan klinkt na verloop van tijd alles hetzelfde. Dat euvel hebben deze CD's niet. Perfect klinkende muziek à la The Shadows wordt afgewisseld met scheurende gitaarklanken die aan link Wray doen denken. Dan vveer klinken surfachtige gitaardeunen om even later een soort filmthema te horen compleet met allerlei geluidseffecten. En Leo vveet in al die genres pakkende melodieên te fabriceren. Heus de moeite waard. Beluister eens zo'n CD of bestel er eentje en ik denk dat U mij gelijk zult geven. Zo is Leo dus nog steeds druk in de vveer.Wij bedanken hem nogmaals voor zijn medewerking aan dit verhaal en wie weet komen we hem in de toekomst (bijvoorbeeld bij de JayJays) nog eens uitgebreid tegen.

(More info : The Black Albinos) http://home.casema.nl/leob/

                      

                                                    JACQUES ECKHARDT ( More Info)

Jacques Eckhardt schakelde van gitaar over op saxofoon. "Dat was zo'n fantastisch muzikant', vertelde Leo. "Hij speelde drums, toetsen, was een zeer goede zanger en ook prima gitarist. Hij heeft me destijds "Desafinado" Ieren spelen. Daar zaten akkoorden in, die ik maar niet te pakken kreeg. Die heeft hij me toen voorgedaan."En de naam Jacques Eckhardt komt U wellicht ook bekend voor. Hij sloot zich later op één van zijn reizen door Duitsland aan bij de groep ,

                            The Boots van "In the beginning".and Everyday's Torture Jackie Cornell

the boots3a.jpg jackie cornell 22.jpg
The Bootswere considered one of the best German beat groups of the era. They made two albums and several singles in Germany between 1964 and 1968. They played at the Star-Club in Hamburg at the same time Jimi Hendrix was there, and opened for The Beach Boys. Before their second LP, they recruited Jac Cornell Eckhardt, from The Hague, as their singer. He had been in several groups in Holland and Germany, billed as either Jack Eckhardt or Jackie Cornell. He says his name has been continually misspelled. He prefers to spell it Jac, or Jacky.

Jac was with The Boots from their second album, and two following singles, and then the band broke up. In 1968, Jac took three of the willing members to Holland, to put together a new edition of The Boots.

In 1969, the German members of The Boots returned to Germany, and Jac took over stewardship of the group, hiring new members, and signed a deal with Phillips. The group made three singles all told in 1968-69, and then broke up again, and Jac went solo. He made four known singles as Jackie (or Jacky) Cornell, for Decca and Polydor during 1970 and 1971. Jac says that the major problem facing artists at that time was being signed on the basis of their talent, then being forced to record whatever the producers wanted.

While still in Holland, Jac made a single called "In The Beginning," produced by Fred Haayen (Golden Earring), which went Top 10 there. It was released on the Lionel label in the US, but did nothing. (Jac has recently purchased a copy of his own record on the web, not having had one for years.) In 1972, he began proceedings to emigrate to Canada. While working on his papers, he recorded a single with Jaap Eggermont (ex-drummer for Golden Earring, future producer of "Stars On 45") called "Everyday's Torture." It went Top 10 in Holland and Belgium, and did well across Europe. It is now something of a cult item.

Jac settled in Toronto in 1973, and was signed to RCA on the recommendation of producer John Lombardo (Ian Thomas), who heard his demos. He made three singles for RCA, at their Mutual Street studios in downtown Toronto. The engineer on "Happy Dreamer" was Hayward Parrott (Charity Brown), and the producer was John Lombardo. Jac is still somewhat unsatisfied with the quality of the recording, as he says there wasn't enough budget to have the tracks remixed properly in another studio. Lombardo moved to Los Angeles, and Jac produced further sessions for "Good To Be By You" (1973), "In Your Eyes" and "In The Park" (1974). He doesn't much care for the sound of these, either, citing the same budget and equipment limitations at Mutual Street.

"Happy Dreamer" and "Good To Be By You" were radio hits, and in 1974, Jac was awarded twice by BMI Canada for extraordinary contribution to Canadian music. The B-side of "Good To Be By You" was recorded with Thijs Van Leer. Jac had played with Thijs in Holland before Focus was formed. While Focus was playing Toronto on tour, Thijs contributed to Jac's record. It received airplay on CHUM-FM by virtue of the Van Leer connection. Focus were *hot* then.

Following Jac's tenure at RCA, he signed with WEA. However, he didn't feel that there was much support from the label, so he terminated his relationship with them. He continued to play on the college and coffee house circuit until the turn of the '80s.

In 1981, Jac quit the music business, and returned to his first love - cooking. He and his wife opened a seafood restaurant in downtown Toronto, called Zee Grill, and he has been its chef ever since. It is the longest-running seafood restaurant in any city, and is highly regarded by reviewers and clientele. Jac says, "I still have my Strat and Marshall amp, but my concentration has been on cooking."

 

TREFFLERS22.jpg trevellers4.jpg TREFFLERS77.jpg trevellers3.jpg trevellers5.jpg
      THE TRAVELLERS (GREAT BAND) Foto's Nieuwe Doelen The Hague 1963

 

Klick here Photo  [1][2][3]



Back to top

 

 KLICK HERE :   ''YOUTUBE''     VIDEOS    LEO BENNINK
 

     KLICK HERE :   ''MYSPACE''     VIDEOS    LEO  BENNINK

http://dihl bennink myspace.com/



[Home][Leo Bennink][Discografie][Photos][Links][Contact Me][YouTube 1][Motions 3][Photo 4][Photo 5]

 


Copyright (c) 2005 Leo Bennink Music. All rights reserved.

leob@casema.nl